Het Glazen Paleis blijkt ineens illegaal

De gemeente zat fout bij het verlenen van de (tijdelijke) omgevingsvergunning voor Het Glazen Paleis. Dat oordeel velt de Commissie Bezwaarschriften. Het college volgt het advies van de commissie en trekt de vergunning in. Maar volgens het college zijn er geen directe gevolgen voor het muziekpaviljoen.

De commissie boog zich eind mei over de procedure die de gemeente had gevolgd om de bouw van het muziekpaviljoen in de Wezentuin mogelijk te maken, in een bezwaarprocedure die was aangespannen door Langeveld & de Rooy. Dat was al in het jaar ervoor ingediend, met als aanleiding de beoogde plaats van de muzieknis (3 meter van het pad) en onvrede over de wijze waarop de gemeente wenste om te gaan met het sinds jaar en dag geldende recht van overpad door het park naar het Polderhuis. Toen was nog sprake van herinrichting van het park en zou Het Glazen Paleis op drie meter afstand van de ontsluitingsweg komen. Dat stond dus op gespannen voet met de veiligheid. Dit argument raakte van tafel toen de locatie opschoof en de afstand tot het pad zestien meter werd. Onvrede bleef wel bestaan over de gevraagde herijking van de erfdienstbaarheid, met als doel dit voor eens en altijd goed te regelen. Doordat de gemeente de door de notaris opgemaakte conceptakte niet accepteerde, verdween het bezwaarschrift niet van tafel en kwam het in mei alsnog tot een zitting. "Laat er geen misverstand over bestaan: er is geen groter voorstander van Het Glazen Paleis, ik sponsor het zelfs. Maar ik vind ook dat deze erfdienstbaarheid goed moet worden geregeld, en dat is tot dusver niet gebeurd", gaf L&R-directeur René de Lange ter zitting uiting aan zijn dubbele gevoelens.

Onderzoek

Zijn raadsman Maurice Frantzen veegde de vloer aan met de procedure. Hij maakte de commissie er attent op dat voor de omgevingsvergunning niet de juiste weg was gevolgd. De commissie onderzocht dat en komt tot dezelfde conclusie. Namelijk dat de vergunning is verleend op tijdelijke basis, voor een periode van vijf jaar. Waarbij volgens het betreffende artikel aannemelijk moet worden gemaakt dat de betreffende activiteit na die periode daadwerkelijk zal worden beëindigd. Ook had in het besluit moeten staan dat de bestaande toestand (voor de bouw van het podium) in het park op 5 juli 2021 zou moeten worden hersteld. Dat is niet gebeurd, het podium is bedoeld voor een veel langere termijn, zodat het artikel oneigenlijk en ten onrechte is toegepast en dus in strijd is met de wet. Ook constateert de commissie dat het gebouw ten onrechte op slechts zestien meter van de uit de jaren zeventig daterende ontsluitingsweg is gesitueerd, zonder dat daarbij voorwaarden zijn gesteld ter bevordering van de verkeersveiligheid. En dat de vergunning dus niet tot stand is gekomen op basis van een "integrale belangenafweging", wat tot nadelige gevolgen kan leiden. Vervolg op pagina 2.