De Luctor, in Den Helder, waarmee onderzoek voor de Texelse kust werd gedaan.
De Luctor, in Den Helder, waarmee onderzoek voor de Texelse kust werd gedaan. Foto: Maarten Rutting

Onderzoek Rijkswaterstaat naar bodemleven voor Texelse kust

Wageningen Marine Research en Rijkswaterstaat hebben voor de Texelse kust onderzoek gedaan naar het bodemleven en de dieren die zich vlak voor de kust ophouden.

Op vijf plaatsen, variƫrend van paal 15 tot nabij de vuurtoren, werden met de Luctor - een schip van RWS - bodemmonsters genomen en gevist. De onderzoekers hadden ook met een rubberboot dichtbij het strand bodemmonsters willen nemen, maar dat lukte niet als gevolg van het slechte weer.

Het onderzoek moet uitwijzen welke effecten strandsuppleties hebben op de natuur langs de Nederlandse kust. RWS en Wageningen waren daarvoor ook twee weken in Ter Heijde (bij de zogeheten zandmotor) en Heemskerk/Castricum. Komende week is de kust van Ameland aan de beurt.

Volgens ecoloog Ralf van Hal van Wageningen Marine Research in IJmuiden moet het onderzoek onder meer antwoord geven op de vraag op welke plekken het wel of niet verstandig is om - rekening houdend met de natuur ter plekke - suppleties uit te voeren. "Met uiteraard wel de voorwaarde dat de kustveiligheid altijd voorop staat." Het onderzoek moet ook duidelijk maken wat voor effecten aangevoerd zand op het bodemleven in een bepaald gebied kan hebben. Het opgespoten zand wordt over het algemeen ver op de Noordzee gewonnen en heeft vaak een andere korrelgrootte en structuur dan het zand dat bij de kust aanwezig is. Volgens RWS vindt het meerjarig onderzoek plaats vanuit het project Natuurlijk Veilig waarin Rijkswaterstaat samenwerkt met tien natuurorganisaties. In november 2016 ondertekenden RWS en de natuurorganisaties daarvoor een samenwerkingsconvenant.

De gevangen vis werd aan boord gemeten en gesorteerd. De bodemmonsters werden gezeefd om een beeld te krijgen van de organismen in het zand. Het zand zelf ging weer terug overboord. Er werden ook watermonsters genomen om een beeld te krijgen van het leven in de waterkolom. Verder werden temperatuur, zoutgehalte en korrelgrootte van het sediment gemeten.

Volgens de Waddenvereniging, betrokken bij het onderzoek, is over de effecten van suppleties op de natuur nog niet zoveel bekend, waardoor het onderzoek werd verricht. "Vooral niet over de strook waar zee en land elkaar ontmoeten." Volgens Van Hal is het jammer dat het niet lukte om alle plekken te bemonsteren, maar het weer liet het niet toe.