Afbeelding
Foto: Job Schepers

@txl

Meubels in elkaar zetten

Vorige week hadden Chris en ik de algemeen bekende ideale relatietest; samen een bed in elkaar zetten. En waarom het de ideale relatietest is blijkt weer; twee verschillende karakters die samen een meubelstuk in elkaar moeten zetten. Ik ben eigenlijk helemaal niet van het meubels in elkaar zetten; ik vind het vreselijk! Zacht uitgedrukt. Bij mij is het het beste als alles kant en klaar voor mijn neus staat en ik het als het ware alleen nog maar neer hoef te zetten op de plek waar het zou moeten staan. In tegenstelling tot Chris, die het juist leuk vindt om meubels in elkaar te zetten. Je raadt natuurlijk al hoe het ging; op een gegeven moment hadden we maar (zonder het overigens uit te spreken) besloten dat ik voor de koek en zopie zou zorgen en Chris het bed in elkaar zou zetten.

Deze taakverdeling ging best goed. Als ik iets moest doen of pakken, gaf Chris het aan en verder zorgde ik voor genoeg drinken. Toch zei Chris; "als straks het babybedje in elkaar moet, dan stuur ik jou een dag weg, en kan ik heerlijk mijn gang gaan." Ik denk dat dat ook wel het beste is met meubels in elkaar zetten. Het is fijn als je elkaar kunt helpen, maar waarom zou je elkaar gaan helpen als je er allebei andere ideeën op na houdt? Waarom zou je dan überhaupt deze test aangaan? Ik ben wel van mening dat Chris en ik niet voor deze test geslaagd zijn. Oké, het ging best goed, maar het is inderdaad beter als Chris dit voortaan alleen gaat doen (of met hulp van iemand met wie hij wel op één lijn zit) en ik lekker een dagje op stap ga. Eigenlijk zijn alle rollen in het huishouden en wat daarbij hoort toch verdeeld? Ik ben van het wassen, en vind het ook fijn dat Chris zich daar niet mee bezighoudt en hij vindt wassen ook niet leuk. Bij het meubels in elkaar zetten is het andersom. En eigenlijk is daar ook niets mis mee. We hebben de beruchte relatietest gedaan en zijn niet geslaagd, maar weten wel hoe we het voortaan gaan doen. Oké, kan die relatietest soms nog best wel handig zijn.

Emily Westdorp