Zaak Hogebergyurt duurt voort, 'bouwwerk' moet weg

"We zijn blij met het oordeel van de voorzieningenrechter die bepaald heeft dat de Yurt een bouwwerk is. We zijn het niet eens met zijn oordeel dat dit bouwwerk vergunningsvrij geplaatst kan worden. Een vergunningsvrij bouwwerk hoort bij het hoofdgebouw, in dit geval het bedrijfsgebouw, en moet worden geplaatst in het achtererfgebied. De functionele relatie tussen de yurt, die gebruikt wordt als recreatief opstal, en het bedrijfsgebouw ontbreekt. De yurt staat niet in achtererfgebied."

Zo stelt wethouder Eric Hercules op de nieuwste ontwikkeling in de zaak tussen Jacco Dros en Mariëlle Glorie enerzijds en de gemeente anderzijds. Het college besloot deze week het bezwaarschrift ontvankelijk en ongegrond te verklaren, en het bestreden besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom met enkele kleine wijzigingen in stand te houden. De dwangsom die de gemeente heeft opgelegd van €250,- per dag met een maximum van €250.000. Jacco Dros had de stukken nog niet allemaal gelezen, maar snapt het standpunt van de gemeente niet zo goed. "De wethouder is hier geweest, met twee ambtenaren. Zij hebben aangewezen waar de yurt moest komen. Wij staan nu in een kwaad daglicht, maar hebben nooit iets zonder vergunning gedaan. Ons is verteld dat dit vergunningsvrij neergezet mocht worden. Nu gooien ze het er op dat het op het achtererf had gemoeten. Daar past de yurt niet eens. Wij hebben geïnvesteerd op basis van de informatie die wij gekregen hebben van de ambtenaren." De voorzieningenrechter gaf Dros onlangs gelijk. Hij kende in april een voorlopige voorziening toe hangende een oordeel van de commissie bezwaarschriften.

Meer op pagina 5.