Din Alderlieste, Jan Witte, Huug Snoek en Hans van Zeijlen, bestuurders van Volkstuindersvereniging Den Burg op complex De Mars.
Din Alderlieste, Jan Witte, Huug Snoek en Hans van Zeijlen, bestuurders van Volkstuindersvereniging Den Burg op complex De Mars. Foto: Gerard Timmerman

"Een volkstuinder is een tevreden mens"

Er wordt gespit, gezaaid, geschoffeld en gewied, maar van stress is geen sprake op de volkstuin. Ontspanning door inspanning, is het devies bij Volkstuindersvereniging Den Burg. Een burenpraatje en op zijn tijd een geintje. En als kers op de taart de oogst.

Peultjes, wortels, aardappels, uien en andere gewassen staan er mooi bij. Plantjes en tuinders genieten nog na van de stevige regenbui die een paar dagen geleden is gevallen. Hoognodig na een flinke periode van droogte. De sfeer is vriendschappelijk op volkstuin De Mars, misschien wel het pronkstuk van de vier volkstuinen die Volkstuindersvereniging Den Burg beheert. Opgericht op 18 januari 1977, veertig jaar geleden dus, in het theorielokaal van de LTS, op initiatief van Peter Riteco en Dirk Terpstra. Begonnen op de complexen Zwembad en AOT, achter de garage van Connexxion. Later kwamen de tuinen aan de Pontweg en De Mars (Buytengors) erbij. Er moest bij oprukkende woningbouw in het verleden wel eens worden verkast, dankzij inspanningen van Fridt Blanken zijn de tuinen later in het bestemmingsplan opgenomen. 145 leden telt de vereniging nu, de totale oppervlakte van de tuinen beslaat ruim 3,1 hectare. Een club met een sociale doelstelling, wat onder meer tot uiting komt in de contributie; €10,- per jaar en vijf cent huur per vierkante meter, voortuinen die variëren van 100 tot 300 m2. "We zijn de goedkoopste van Nederland", vertelt penningmeester Din Alderlieste. Geld overhouden aan de tuin is ook weer niet de bedoeling, het bestuur ontmoedigt het verkopen van groenten in stalletjes aan de weg. Ruilhandel mag wel. "Toen ik eens aardbeien over had, gaf ik die aan de buren. Kreeg ik er later jam voor terug", vertelt Huug Snoek, één van de zes bestuurders en al 25 jaar volkstuinder op complex AOT. "Na het werk lekker de tuin in. Verstand op nul, blik op oneindig, lekker je hoofd leegmaken. Heerlijk. Als je het goed wilt bijhouden is elke dag een uurtje genoeg." Collega-bestuurslid Jan Witte zit met zijn tuin aan de andere kant van Den Burg, langs de Pontweg. Gevraagd naar wat hij allemaal teelt volgt een lange opsomming: "Bessen, appels, peultjes, doperweten, sla, aardbeien, aardappels (...). Niet dat altijd alles lukt, maar het gaat om het idee dat je er iets van afhaalt, je bent gewoon lekker bezig." Tuinieren is ook een leerproces. Din: "Tegen nieuwe tuinders zeg ik: 'Als je het niet weet, vraag het aan de buren.' Maar je hebt er ook die het zelf wel weten. Ieder doet het op zijn of haar manier." Ja, want er zijn ook vrouwen actief op de volkstuin. "Steeds meer, een goeie ontwikkeling, al zijn we onze taal wel een beetje gaan kuisen." Voor nieuwkomers houdt Dirk Terpstra elk jaar een stoomcursus tuinieren.

Het bestuur, waarin alle vier tuinen zijn vertegenwoordigd, maakt een keer of vier een rondje over de complexen. "We kijken hoe mensen de tuinen onderhouden. In de regel gaat dat goed, maar er is ook wel eens wat." Volgens Huug valt het gemiddeld best mee. "Een volkstuinder is doorgaans een tevreden mens." Het gaat er vriendschappelijk aan toe, maar er zijn ook vijanden: zoals heermoes. Op één tuin woekert het dermate dat deze is braakgelegd. De tuinders zijn niet van het spuiten, maar voor deze uitzondering worden rigoureuze middelen ingezet, zoals dat ook wel tegen kweek gebeurt. Een keer of drie per jaar verschijn Tuunpraat, het verenigingsblad. "'t Buute wese is goed foor ieder mèèns", staat er in onvervalst Tessels. Wie ook een volkstuin wil, kan contact opnemen met één van de bestuurders.