Pieter Bakelaar, met rechts zoon René en links kleinzoon Jurriën.
Pieter Bakelaar, met rechts zoon René en links kleinzoon Jurriën. Foto: Gerard Timmerman

"Ik was een kind van verkeerde ouders"

Pieter Bakelaar (85) uit Rijssenhout in de Haarlemmermeer, werd geboren op Texel. Het besluit van zijn vader om bij de SS te gaan, had grote impact op zijn jeugd.

"Ik ben geboren in Den Hoorn, waar nu Inn De Knipp zit. We zijn daarna naar boerderij Sonja gegaan (nu Anjahoeve). Ik sliep boven het opkamertje. Mijn vader (Gerrit Bakelaar) was een echte strandjutter, een stroper en een avonturier. Hij was werkzaam in het boerenbedrijf. Bij ons stond het jongvee op stal, dat verzorgde mijn vader. Ik heb gehoord dat iedere veehouder hem als werkkracht wilde hebben. Bij ons was het geen crisis, alles was er. " Waarom hij lid werd van de NSB en van de SS, weet zijn zoon niet. Hij werd naar het Oostfront gestuurd en kwam in 1943 nog eenmaal terug naar Texel. "Mijn moeder (Klaaske de Jong) verhuisde naar Den Helder, omdat zij er door de Texelaars op werd aangekeken dat haar man aan het Oostfront zat. Ze werkte voor de Duitsers, maar ik heb gehoord dat ze soms ook wat voor het verzet deed. Een oom heeft eens verteld dat zij hem het leven heeft gered. Bij een inval zei ze tegen de Duitsers: "Ich bin dem Frau van ein SS'er."

"Het boterde niet echt tussen de families van mijn vader en moeder, het ene jaar zat ik bij opa en oma van moeders kant, het andere jaar bij die van vader." Zo kwam hij in Oosterend, bij zijn grootvader Anne de Jong. "Er stonden toen zeven kerken, het dorp had geloof ik zeven bakkers en vier kruideniers. Het was een prettige tijd, behalve op school. Ik ging naar de School met de Bijbel. Ik was een kind van verkeerde ouders, kinderen speelden niet met mij. Er was er eentje die wel met mij omging, Piet Kuiper van Oost. Hij was en bleef een van mijn grootste vrienden. Ook Marrie Trap en de twee kinderen van dominee Kok deden niet mee aan het pesten. Na de bevrijding ben ik lange tijd niet teruggekeerd naar Texel, ook vanwege de vervelende herinneringen aan mijn schooltijd. Totdat ik een uitnodiging kreeg voor een reünie van de school. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en ben er heen gegaan. Toen kwamen de verhalen los. 'Wij mochten niet van onze ouders. Toen dacht ik: waarom niet? Piet Kuiper, die deed het wel! Die reünie heeft me goed gedaan, sindsdien kom ik regelmatig op Texel."

Het verhaal over zijn kinderjaren op Texel is nog niet af. "Mijn oma, weduwe H. de Jong-Krotje, woonde op de hoek van de Peperstaat, in het huis van Aal. Mijn grootouders waren gereformeerd. Op zondag pakte ze de stoof en keek wie er naar de kerk ging. Op zondagmorgen gingen we naar de zondagschool en 's middags naar de kerk. Verderop, nu de Kotterstraat, stond de Gereformeerde kerk Hersteld Verband. Met dominee Buskes. Hij hield prachtige preken en zorgde voor een mooie kerst." Maar ook herinnert hij zich de schermutselingen tussen katholieke en kinderen van de christelijke school. "We stonden ze op te wachten."

Na de bevrijding ben ik door twee mannen bij mijn oma opgehaald en werd ik naar jeugdherberg Panorama gebracht. Daar werden kinderen van "verkeerde" ouders ondergebracht. Er zaten er een stuk of 35, van Texel en de overkant. Ik bleef daar ongeveer anderhalf jaar. De leiding was in handen van een paar nonnen. Wat ik me er van herinner heb ik er een prachtige tijd gehad. We werden goed verzorgd en er werden allerlei spelletjes gedaan. Ook toneelstukjes, die we dan zelf moesten bedenken. Ik zie nog hoe een zuster in de keuken een brood pakte en op de achterkant een kruis maakte. Ze waren toen streng gelovig. We gingen ook naar school. Als we dan van de jeugdherberg naar school gingen, werden we opgewacht door de jeugd. Heel vervelend."

In Panorama tussen andere kinderen van verkeerde ouders

"Het ging door totdat mevrouw Reehorst, de echtgenote van de burgemeester, er een eind aan maakte. Met een vriendje deed ik op 5 mei eens mee met de bevrijdingsoptocht. We hadden een karretje versierd: 'Rode Kruis bedankt!' We vielen in de prijzen, maar dat gaf de nodige commotie: We waren immers "verkeerde" kinderen. Het verleden is ons hier op Texel nog best lang nagedragen. Ondanks de nare herinneringen heb ik hier een rustige bezettingstijd meegemaakt. Ik herinner me nog hoe de op Texel gelegerde Russen (Georgiërs) in opstand kwamen. Men hen is het slecht afgelopen. Maar ik heb van deze afslachting gelukkig niets meegemaakt. Oosterend, waar ik woonde, heeft het minst geleden. Het was geen angstige tijd, er was vooral sprake van 'leuke' spanning."

Nadien ben ik met een ander stel kinderen naar een opvang in Alkmaar overgeplaatst en daarna naar een observatiehuis in Amsterdam. En toen naar opvoedingsgesticht Valkenheide bij Maarsbergen, waar kinderen van "foute" ouders, maar ook jongens die diefstallen hadden gepleegd terecht kwamen. "Daar zat ook een ambachtsschool bij en zo heb ik mijn diploma machinebankwerker gehaald. Op school was het niet prettig. In 1953 ben ik in dienst gegaan, bij de luchtmacht. Ik ben drie maanden in Zeeland geweest en viel daar na de watersnoodramp meteen met mijn neus in de boter. Daar kreeg ik mijn opleiding tot bewapeningsmonteur. Ik wilde bij de Luchtmacht en meldde mij aan als beroeps. Maar werd afgewezen, op grond van de politieke achtergrond van mijn ouders. Drie weken later kwam er iemand langs om te vragen of ik naar Korea wilde. Ja, dáág… Toen ik later solliciteerde bij de ECN, ben ik om dezelfde reden afgewezen."

Ik heb mijn vader in 1953 nog eens opgezocht. Omdat ik wilde trouwen, moest ik toestemming van mijn ouders hebben. Achteraf bleek dat niet nodig. Dat was de laatste keer dat ik hem zag. Hij is weggegaan. Ik heb later nog naar hem gezocht, maar toen ik hem vond was hij overleden. Zijn graf lag in Duitsland, waar zijn tweede vrouw woonde."

"Over de oorlog en de tijd daarna is in de familie nooit meer gesproken. De oorlog was voor mijn moeder een gesloten boek, helaas. Met mijn kinderen sprak ik nooit over mijn vader. In 2009 was ik bij mijn dochter en zij vertelde: 'Ik heb hier het trouwboekje van jullie. Wat ik nooit heb geweten is dat jij een vader had. We hebben altijd gedacht dat oma een voorkind had.' Ze vroeg hoe dat nu zat. Toen zei ik: 'Ga dan maar even zitten.'

Met zijn zoon René, administrateur bij drukkerij Leijten in Dongen, en kleinzoon Jurriën, was hij onlangs op Texel. "Ik weet hier nog heel goed de weg, ik hoef de TomTom niet te gebruiken." Vanuit Rijssenhout pakt hij geregeld de scooter om naar Texel te rijden. "Ik ben wel een uurtje of acht onderweg, onderweg stop ik regelmatig. Het eiland blijft toch trekken."