Duinboer Flip Stark, in de jaren zeventig in de Nederlanden. Hij heeft in zijn lange leven zijn gebied en het eiland langzaam zien veranderen.
Duinboer Flip Stark, in de jaren zeventig in de Nederlanden. Hij heeft in zijn lange leven zijn gebied en het eiland langzaam zien veranderen. Fotograaf onbekend

Duinboer zingend en fluitend door het leven

"Waar de blanke top der duinen…" Treffender dan dit lied is het leven van Flip Stark nauwelijks te karakteriseren. Hij was één van de specifiek Texelse duinboeren die in zijn lange leven het gebied en eiland langzaam zag veranderen.

Zijn leven speelde zich grotendeels af tussen de duinen, van de Bertusnol tot de Slufterbollen, wonend aan de Zanddijk. Hij werd er nog net niet begraven, zoals hij zelf wel eens een schaap dat op een onmogelijke plek was gestorven er onder spitte. Geboren kort "onder de duune" na de Eerste Wereldoorlog, in een soort plaggenhut. Eén uit een gezin van tien, zijn vader, Frans Stark, was onbezoldigd Rijksveld- en vogelwachter. Veel boerenwerk kwam neer op de kinderen, die ook naar het strand werden gestuurd om hout voor hekken, schuurtjes en de kachel te jutten. Flip kon als kind goed leren. Hij mocht naar de hogere landbouwschool, maar vertoefde liever in de duinen. Hij nam de boerderij over en boerde op "Jemina" aan de Zanddijk. Nog maar 19 jaar brak de Tweede Wereldoorlog uit. In De Muy kwamen mijnenvelden, strand en duinen werden verboden gebied. Hij zag hoe in 1943 twee vliegeniers van de neergestorte B17 Lonsome Polecat II aan hun parachutes in de Nederlanden terechtkwamen. Hij pikte er eentje op, maar werd gezien door de bezetters, die hem dwongen de parachutist naar hun barakken te brengen. De schapen moesten uit de duinen en het gezin Stark werd naar Lentevreugd geëvacueerd. De zonen doken onder in de duinen aan de Ruigedijk. Maar ook Flip ontkwam niet aan de tewerkstelling en moest met 700 andere Texelaars naar Assen. Noordkaukasiërs en Georgiërs die ingekwartierd waren bij de familie Stark, zongen melancholische liederen uit hun thuisland. Toen ze in april 1945 in opstand kwamen, leidde dat tot een bloedige oorlog. Flip werd gevangen genomen toen hij tijdens gevechten in Eierland de Duitsers wilde waarschuwen dat ze niet op de bunkers bij Vlijt moesten schieten. Want daar zaten geen Russen, maar burgers. Hij vertelde er niet veel over, maar het "Russische" lied zong nog altijd ergens in hem voort. In 1949 trouwde hij met Ina Sanderse, die in de oorlog als één van de Amsterdammertjes naar het eiland was gekomen om aan te sterken. Het stel woonde eerst in de koeienstal, daarna in een bunker en later op de boerderij. Ze kregen vijf kinderen. Het bedrijf "an duûne" groeide, evenals de invloed van SBB. Het pachtcontract werd een beheerscontract, zinnige en soms "onzinnige" voorwaarden accepteerde hij, al dan niet strijdbaar. Maar hij was niet het knechtje van de boswachter. Als hij het ergens niet mee eens was, liet hij dat op onorthodoxe wijze merken. Zo kon het gebeuren dat de "heren jagers" bij terugkeer op de motorkap halfvergane konijnen lijken vonden. Een hint dat ze niet alleen hazen, fazanten en hun huiskat moesten afschieten, maar ook konijnen. Want die vormden de ware plaag. Het melkvee maakte plaats voor zoogkoeien, en vanwege het vele toerisme én met name de loslopende honden werden de schapen ook niet meer in de Slufter geweid. Flip werkte vrolijk voort en zong terwijl hij de de schapen schoor, het hooi binnenhaalde en tot op hoge leeftijd meehielp en het bedrijf aan zijn zoon Hans over deed. In zijn lange leven moest hij toezien hoe het duinland dat hij door het graven van greppels had helpen ontginnen, in opdracht van SBB met grote shovels werd afgeplagd en ontdaan werd van de vruchtbare grond. Hij kon het aanvaarden, in het besef dat niets op aarde eeuwigheidswaarde heeft. Zijn geloof was hem daarin tot blijmoedige steun. Flip Stark overleed op 10 maart en werd 95 jaar.