Vlnr op het podium in de BethelEva Jongejan, Mies Zoetelief, René Pruim, Ernst-Jan de Graaf en Bert Assink.
Vlnr op het podium in de BethelEva Jongejan, Mies Zoetelief, René Pruim, Ernst-Jan de Graaf en Bert Assink. Foto: Jeroen van Hattum

Spelers vinden elkaar in jungle

De blikken op de gezichten van de spelers spraken soms boekdelen: ze zaten in hun rol en ze hadden er zin in.

Toneelgroep Zuid-Eierland stond afgelopen weekend op het podium van de Bethel om het toneelstuk 'Gooi maar voor de leeuwen' van Diana Monshouwer te spelen. Vijf uiteenlopende karakters en gids Fred moesten het daarin tijdens een vakantie in de jungle een paar weken met elkaar zien te redden.

Het verhaal was rechttoe rechtaan zonder al te veel diepere lagen, maar dat was van ondergeschikt belang. De spelers stonden vrijdag vol energie in de startblokken om op het podium, omgebouwd tot jungle, hun kunnen te laten zien.

Jonna Beens trok de aandacht als Luciel Hasenbein, een omhoog gevallen tante met een bazig karakter, Als kijker voelde je na een paar minuten al de eerste antipathie. Voor haar man Henry Hasenbein (gespeeld door Ernst-Jan de Graaf) was het makkelijker sympathie op te brengen, al was het maar vanwege zijn pogingen om onder het strakke regime van zijn vrouw uit te komen.

Rene Pruim en Mies Zoetelief speelden het echtpaar Henk en Annie van Dijk en die waren van een geheel ander kaliber. Twee volkse types die nergens moeite mee hadden. Met name Pruim speelde een heerlijk nonchalante rol door een Henk neer te zetten die zich door niks of niemand gek liet maken. Ook niet door de bazige mevrouw Hasenbein. Bij de rol van Zoetelief gebeurde dat wel, waardoor de dames soms lijnrecht tegenover elkaar stonden.

Reisgids Fred, gespeeld door Bert Assink, liet zich evenmin gek maken door mevrouw Hasenbein al toonde hij wel duidelijk zijn twijfels over haar. En dan was er ook nog het personage Emma Steenstra, gespeeld door Eva Jongejan. Zij zette Emma al meteen vanaf de eerste minuut neer als een obstinate tiener die haar strijd om onder het verfoeide gezag van haar ouders uit te komen met alles en iedereen in haar omgeving voortzette.

Het was een mix aan karakters die de basis vormde voor de nodige ruzies en misverstanden. Dat kwam in het eerste bedrijf nog niet echt uit de verf, maar vanaf het tweede bedrijf kwam het onderlinge spel tussen de karakters goed tot ontwikkeling. Zo konden Henk en Henry het goed met elkaar vinden. Mevrouw Hasenbein werkte haar omgeving intussen op de zenuwen door moord en brand te schreeuwen toen ze een bloedzuiger op haar been ontdekte. Assink moest op een gegeven moment een spuit klaar maken en dat was voor hem een prachtig moment om even - alsof hij niets in de gaten had - water de zaal in te spuiten.

Op een gegeven moment maakte Assink zijn opwachting om de vakantiegangers schrik aan te jagen. De kleding was treffend gekozen, waardoor Assink als bosjesman het publiek op zijn hand had. De kleding van anderen zag er overigens ook goed uit: met name de gescheurde kleding van De Graaf en Pruim deed het goed.

In het laatste deel van het stuk ging het allemaal vrij snel en transformeerde mevrouw Hasenbein binnen een mum van tijd in een bosjesvrouw, maar dat mocht de pret niet drukken. De spelers zaten de gehele voorstelling goed in hun rol en er werd gelachen in de zaal. Typerend was dat De Graaf en Pruim vrijdagavond na afloop bij de verloting hun rollen onverstoorbaar voortzetten terwijl ze de prijzen aan het uitreiken waren.

Jos Witte had de regie in handen. Hij werd bijgestaan door theaterdocent Manon Veenendaal die de spelers van tips en adviezen had voorzien. Janny de Ridder was souffleur, Daniëlle en Ramona van der Vis deden kap en grim en Rodi Bakker zorgde ervoor dat het decor er goed uitgelicht bijstond.

Verantwoording

In overleg met de toneelgroep is na het overlijden van speler Bert Assink besloten een recensie te plaatsen over de uitvoering van vrijdagavond. Dit om recht te doen aan het spel en de inzet van Assink die één van de hoofdrollen had.