Achter de schermen

Bijgeloof

Vrijdag de 13e brengt ongeluk, net als een gebroken spiegel. Een konijnenpootje daarentegen brengt juist geluk. Wie in dergelijke dingen gelooft, verkeert in goed gezelschap. Bijgeloof komt voor tot in de hoogste kringen van de samenleving. Beroemd voorbeeld is Johan Cruijff, die voor elke wedstrijd zijn kauwgum op de helft van de tegenstander spuugde. Zoals ook zijn shirtnummer 14 hem geluk zou brengen. Zoals veel topvoetballers bijgelovig zijn. Ze scheren zich niet voor de wedstrijd of doen een schietgebedje. "Bijgeloof is omgaan met onzekerheid", verklaart een wetenschapper. Veel topsporters schijnen met onzekerheid te kampen. Kennelijk niet alleen topsporters. Van de week zag ik op televisie hoe GL-voorman Jesse Klaver, die graag minister-president wil worden, vóór hij een tv-debat in gaat, elke keer met zijn "spindocter" de vuisten tegen elkaar tikt. Dichter bij huis zijn er ook talloze voorbeelden van bijgeloof. Albert Hoven, die ik nooit op enig geloof heb kunnen betrappen, bekende als hardloper eens voorafgaand aan de Texel Halve Marathon uit bijgeloof tijdens trainingen niet over het parcours te lopen. Mijn collega Jeroen van Hattum, die op de redactie sloten koffie naar binnen werkt, drinkt als regisseur tijdens de uitzending van de Ronde om Texel niet één kop koffie. Want toen hij dat tijdens de eerste uitzending deed, verliep alles goed. Zelfs in wetenschapskringen, voor wie alleen de feiten heilig zijn, heerst bijgeloof. Na de tewaterlating van NIOZ-schip de Tyro in 1967 vertikte de bemanning het om het schip op vrijdag de dertiende te later uitvaren. Ook in de loterijbranche heerst een hardnekkig bijgeloof. Toen het echtpaar Huisman, van de Kogerstraat, in 1981 na vijftig jaar stopte met de Staatsloterij, vertelden ze dat veel deelnemers uit bijgeloof een bepaald eindcijfer willen. Ouwe Sunderklaas staat ook bol van het bijgeloof. Zoals het meisje dat in de huiskamer het eerst het brommen hoorde van "de man in berenvel" die ooit rondging spoedig zou trouwen. Onder de kiel van TESO's Texelstroom werden bij de bouw twee guldens gelegd, eentje uit het oprichtingsjaar 1907 en eentje uit het geboortejaar van de vrouw van de projectleider, omdat dit geluk zou brengen. Zonder te oordelen over de kwaliteit van ons nieuwe vlaggenschip, vraag ik me toch af of dit ritueel niet een beetje aan slijtage onderhevig is.

Gerard Timmerman