Klaas Uitgeest beleefde in 1946 de stranding van de Bruinvisch bij paal 19. Het maakte zo'n indruk dat hij alles over strandingen ging verzamelen.
Klaas Uitgeest beleefde in 1946 de stranding van de Bruinvisch bij paal 19. Het maakte zo'n indruk dat hij alles over strandingen ging verzamelen. Foto: Familie Uitgeest

Jutter die hulpstrandvonder werd

"Met boeven vang je boeven", was wellicht de gedachte om Klaas Uitgeest, die zijn leven lang had gejut, te benoemen tot hulpstrandvonder. Het thuisfront maakte hem uit voor verrader, jutters waren enthousiast. Ze wisten wat ze aan hem hadden.

Uitgeest stamt via zijn moeder af van families Bruin en Lap, het jutten had hij dus niet van een vreemde. Zijn vader, bollenteler op Flora, was ook regelmatig op het strand te vinden. Toen zijn zoon vijf was, het was in 1941, nam hij hem mee naar strand. Via het Paggapaadje naar paal 16. Klaas herinnerde zich hoe zijn vader een balk vond en die verborg in het vlierbos. De eerste stranding die hij zich herinnerde was die van de Bruinvisch in 1946 bij paal 19. Hij zag hoe de schipbreukelingen werden gered en raakte onder de indruk. Op zijn twaalfde leerde hij dat met het gezag niet te spotten viel. Het strand bij paal 17 lag bezaaid met mijnstutten, die hij met zijn broer Jan en een buurjongen van het strand sleepte. Maar ze werden gesnapt, al het werk voor niks. Een goede les, de eerste en enige keer dat hij zich liet pakken.

Zijn vaders stelregel dat hij alleen naar het strand ging als het werk het toeliet, namen hij en zijn broer Jan over nadat ze het bollenbedrijf op Flora hadden overgenomen. Het bedrijf mocht er niet onder lijden. Zoals ze het werk op het bedrijven samen deden, ging dat ook bij het jutten. Veertig jaar stroopten ze samen het strand af.

Een tijdperk met veel strandingen en jutvondsten, van scheepstrossen tot pallets en scheepsluiken, sloepen tot boeien. Zo bouwden ze een enorme collectie op, genoeg om er samen met de spullen van onder andere Cor Ellen een museum mee te vullen. Uitgeest behoorde samen met Cor Ellen, Jan Uitgeest en Jook Nauta tot de oprichters van het Maritiem en Juttersmuseum in Oudeschild. Van meet af aan een enorme publiekstrekker. Groot was de verrassing toen Uitgeest zich op z'n 47ste liet benoemen tot hulpstrandvonder en dus in het andere "kamp" terecht kwam. Hij moest er zelf ook aan wennen, toen hij voor het eerst op de trekker over het strand reed, keek hij steeds achterom. "Zit er geen strandvonder of politie achter me aan?" Broer Jan bleef jutten, maar ze zorgden wel dat ze elkaar nooit tegenkwamen. Als hulpstrandvonder maakte hij drie strandingen mee, de grootste was de Hunte in 2001 bij paal 22. Uitgeest zat van 1979 tot 1991 in het bestuur van Ecomare. Geruchtmakend was zijn terugtreden uit het bestuur van het juttersmuseum, nadat burgemeester en hoofdstrandvonder Van Rappard hem ervan had overtuigd dat die functie niet verenigbaar was met die van hulpstrandvonder. Niet minder geruchtmakend was het hoogopgelopen conflict tussen de jutters en Stichting Texels Museum. Het mondde in 1999 uit in een boedelscheiding, waarna de jutters verder gingen op Flora.

Hij raakte zo gefascineerd door scheepsrampen, dat hij als kind alles wat los en vast zat begon te verzamelen. Zo bouwde hij in de loop der jaren een indrukwekkend archief op. In 1972 hoorde hij samen met Mary Bakker tot de oprichters van de verzamelaarsvereniging, die in 1985 opging in de Historische Vereniging. Uitgeest was één van de oprichters en nog steeds actief betrokken. Als amateurhistoricus schreef hij diverse boeken over het reddingwezen en scheepsstrandingen. In 1976 werkte hij mee aan het boek "Roeiend redden – Reddingwezen en scheepsstrandingen van Texel tot Rottum". In 1980 publiceerde hij de "Gids van Texel", met prentbriefkaarten uit zijn omvangrijke collectie. In 1989 verscheen van zijn hand de Wrakkenkaart met daarop 99 strandingen voor de Texelse kust. In 1989 publiceerde hij met Aad Schol het boekje "Texelse jutters" en in 1994 "En om ons heen was alles branding", over strandingen bij Texel. Hij stapte geregeld bij de Texelse Courant binnen met archiefstukken over roemruchte strandingen of andere historische gebeurtenissen, met als resultaat een lange reeks fraaie artikelen. Ook voorzag hij anderen van archiefmateriaal. Ook had hij een voorliefde voor oude landbouwmachines. In 1982 behoorde hij tot de oprichters van de Oude Trekker en Motoren Vereniging.

In 2006 verscheen "Rust Roest in Noord-Amerika", met foto's van oude trekkers, gemaakt tijdens reizen die hij vanaf 1993 maakte. Samen met journalisten Joop Rommets en Nico Volkerts schreef hij in 2014 "Jutters en strandvonders van Texel". Uitgeest was nog niet uitgeschreven, ook toen zijn gezondheid terugliep maakte hij plannen voor boeken over strandingen en de over Tweede Wereldoorlog.

Klaas Uitgeest overleed maandag en werd 81 jaar.

Hij verzamelde over strandingen alles wat los en vast zat