"Gebruik doorgang Ploosterstraat voor parkeren in strijd met APV"

Het gebruik van de doorgang tussen de huizen aan de Ploosterstraat om parkeren in de achtertuin van B&B De Moerbei mogelijk te maken, zou in strijd zijn met de Algemene Plaatselijke Verordening.

Dat hebben bewoners van de Ploosterstraat aangekaart bij het gesprek dat ze woensdagavond hadden met vertegenwoordigers van de gemeente over de kwestie rond het parkeren in de achtertuin. Volgens artikel 2:12 in de APV is het veranderen van een uitweg onder meer niet toegestaan als dat gevaar gaat opleveren voor verkeer op de weg.

Volgens Eric Mulholland, één van de bewoners van de Ploosterstraat, zijn er nu een paar mensen in de straat die via de steeg rijden om hun auto op het groen achter de huizen te zetten. "Zij kennen de situatie en weten dat daar kinderen spelen. Dat wordt anders als er toeristen gaan rijden die de situatie niet kennen." Raadslid Henk Jonker (Texel 2010) bezocht vorige week de doorgang en kreeg de indruk dat het gebruik daarvan geen goede oplossing zou zijn voor parkeren in de achtertuin van De Moerbei. Volgens hem kan beter naar de ruimte vóór de bed- and breakfast aan de Kikkertstraat gekeken worden.

De zaak houdt de gemoederen in het dorp intussen behoorlijk bezig. Tijdens het overleg klonk vanuit de bewoners onder meer het verwijt dat de burgemeester alleen zou opkomen voor de belangen van De Moerbei, maar niet voor hun belangen. Gevraagd naar een toelichting daarop zei de gemeente gisteren niet op losse vragen in te willen gaan. De gemeente zegt eerst de prioriteit te geven aan onderzoek naar alle informatie en meningen, zodat een zorgvuldige afweging kan worden gemaakt.

Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 1. Het is verboden een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg indien: a. degene die voornemens is een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg daarvan niet van tevoren melding heeft gedaan aan het college, onder indiening van een situatieschets van de gewenste uitweg en een foto van de bestaande situatie; of b. het college het maken of veranderen van de uitweg heeft verboden. 2. Van de melding wordt kennis gegeven op de in de gemeente gebruikelijke wijze van bekendmaking. 3. Het college verbiedt het maken of veranderen van de uitweg indien: a. daardoor het verkeer op de weg in gevaar wordt gebracht; b. dat zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats; c. het openbaar groen daardoor op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; of d. er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen. 4. De uitweg kan worden aangelegd indien het college niet binnen 4 weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat de gewenste uitweg wordt verboden. 5. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur, de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement.