De vuilstort in 1973, toen die nog maar kort in gebruik was.  De nadelige gevolgen voor de omgeving zijn nog altijd merkbaar.  Het probleem oplossen of is dat te duur?, vraagt Han Lindeboom.
De vuilstort in 1973, toen die nog maar kort in gebruik was. De nadelige gevolgen voor de omgeving zijn nog altijd merkbaar. Het probleem oplossen of is dat te duur?, vraagt Han Lindeboom. Foto: Archief Texelse Courant

Waarom nog steeds probleem?

"Er zijn fouten gemaakt en daar zijn de omgeving, natuur en milieu en Kees Kikkert de dupe van geworden. We kunnen de problemen oplossen of misschien vinden we dat toch te duur." Prof. dr. Han Lindeboom over de oude vuilstort.

Al 45 jaar is de vuilstort bij de Schilbolsnol langs de Mokbaai een bron van problemen en discussies over mogelijke oplossingen. Recent stond dit ook weer in de Texelse Courant. In dit stuk beschrijf ik de problemen, scenario's voor oplossingen en de reacties van de betrokken overheden. Er spelen drie hoofdproblemen: versterkte verzilting door kwelwater, vervuiling vanuit de stort en een verkeerde afdekking.

Na de aanleg van de vuilstort vanaf 1972 ontstaan er problemen met de waterkwaliteit in de sloten bij de heer Kikkert. Waarschijnlijk is door het graven van stortsleuven tot onder grondwaterniveau de hydrografie van het gebied dusdanig gewijzigd dat de grondwaterstroom vanuit de zoete waterbel onder de duinen in de richting van de sloten onderbroken werd. Vanaf dat moment kwam zout kwelwater in de sloten, leidend tot een snel verslechterende waterkwaliteit. Diverse rapporten hierover zijn in het bezit van de heer Kikkert. Metingen laten zien dat in het midden van de twee sloten ten oosten van het weggetje langs de boerderij van Kikkert er water naar boven komt met zoutgehalten tot wel 26 promille, wat vrijwel gelijk is aan het zoutgehalte van Mokbaaiwater. Dit leidt bij de boerderij van Kikkert tot een sterk verzilte sloot en stankoverlast.

Vervuiling

Door verteringsprocessen van bijvoorbeeld plantaardig afval komen er met het doorspoelende regenwater grote hoeveelheden ammonium uit de vuilstort. In de sloot aan de oostkant van het weggetje bij Kikkert zijn dichtbij de vuilstort waarden gemeten van 140 mg/l NH4-N en dichtbij de boerderij van 67 en 68 mg/l. Ter indicatie: de norm waarde voor ammonium is minder dan 1,3 mg/l (KaderRichtlijnWater-doel of GEP). Uit het verloop van de gemeten concentraties is duidelijk dat de oude vuilstort de bron van deze ammonium verontreiniging is (Bron: Arcadis rapport, 24 mei 2016). Een in opdracht van de heer Bakker uitgevoerde recente analyse door De Gezondheidsdienst voor Dieren vond 106 mg/l ammonium in het midden van dezelfde sloot en bevestigt daarmee nog eens de conclusies. In de sloot bij de heer Kikkert wordt de GEP-waarde dus met maar liefst een factor 100 overschreden! Daarmee is de oude vuilstort ook een bron van ammoniumverontreiniging voor een groot deel van Zuidelijk Texel. Waarschijnlijk komt er ook fosfaat uit de stort, maar daar zijn geen metingen aan gedaan. In één van de peilbuizen is een verhoogde kwikconcentratie gemeten. Maar gezien de ligging is waarschijnlijk niet de vuilstort maar de oude praktijk om bollen te ontsmetten in een kwikbad hier de oorzaak van. Ook zijn er botten begraven die mogelijk zijn besmet met miltvuur. Dit is een feit. De Veterinaire Inspectie heeft in 1991 aangegeven dat er geen direct risico voor verspreiding is doordat er een laag klei werd aangebracht. Inmiddels weten we dat de laag niet overal even dik is, dat er zo hier en daar afval aan de oppervlakte komt en dat er regenwater door de stort stroomt. Onderzoek van het RIVM heeft vorig jaar geen aanwijzingen voor verspreiding van miltvuurbacteriën gevonden, maar dat betekent niet dat er geen potentieel gevaar is.

Verkeerde afdekking

Ik voel mij medeverantwoordelijk voor het zoeken naar een goede oplossing

In de op 24 maart 1987, na lange bezwaarprocedures, door de provincie Noord-Holland aan de Gemeente Texel verleende definitieve vergunning staat in artikel C2: "De totale eindafdekking moet bestaan uit arme grond of zand, waarvan de samenstelling gelijkwaardig is aan die van de grond van het de inrichting omringende duingebied, en moet een blijvende dikte van tenminste 1,00 meter hebben". Later is dit nog veranderd in een afdekking met 30 cm klei en minimaal 70 cm schraal duinzand. De Gemeente heeft vervolgens een kleilaag aangebracht, afgedekt met stortgrond van circa 70 cm dikte. Analyses van gloeiverlies, afslibbaarheid en zandfracties uitgevoerd in opdracht van de heer Kikkert laten zien dat deze stortgrond totaal anders van samenstelling is dan de vergunning voorschrijft. Populair gezegd: er is oude tuin- of landbouwgrond gebruikt. De Gemeente had hiervoor toestemming van de provincie gevraagd, maar die is 2 keer nadrukkelijk niet verleend "opdat geen verruiging maar juist een, in de omgeving passende, opgaande duinvegetatie ontstaat". Het gevolg van het gebruik van verkeerde grond is ook nu duidelijk waar te nemen aan de begroeiing van de oude stort; deze bestaat niet uit een typische vegetatie van kalkarme duinen, maar uit een ruige vegetatie van wilgen en riet, kenmerkend voor grond met hoge gehalten aan meststoffen.

Al vanaf 1972 zijn er dus problemen geweest en sinds het sluiten van de vuilstort in 1991 heeft de heer Kikkert voortdurend om oplossingen gevraagd waarbij de autoriteiten tot voor kort echter steeds 'niet thuis' gaven.

Begin 2015 kwam ik via het georganiseerde "Droevenement" achter deze problematiek en ik voel mij nu als voorzitter van het bestuur van het Nationale Park Duinen van Texel, waar de Schilbolsnol in ligt, medeverantwoordelijk voor het zoeken van een goede oplossing.

Oplossingen

De zoute kwel komt in het midden van de sloot omhoog en in een proefje dat de heer Kikkert en ik hebben uitgevoerd waarbij het niveau in de sloot met zo'n 30-50 cm werd verhoogd, gaf het zoete water al voldoende tegendruk tegen het inkomende zoute water om de sloot vrijwel zoet te krijgen. In het mede door mij georganiseerde overleg tussen de omwonenden en vertegenwoordigers van Provincie, Gemeente, RWS en Hoogheemraadschap zegde HHNK toe dat zij wel een regelbaar stuwtje wilden plaatsen zodat de heer Kikkert zelf het niveau in de sloot kan bepalen. Op 6 december is dit stuwtje geplaatst en is het waterniveau met meer dan 30 cm verhoogd. Het water is nu helder en het komende jaar zullen we meten of dit inderdaad het verziltingsprobleem in de betreffende sloot blijvend voldoende terugdringt.

Doordat het op de Schilbolsnol vallende regenwater door het afval heen dringt, wordt het gevormde ammonium meegevoerd naar de omliggende sloten, met genoemde honderdvoudige overschrijding van de norm tot gevolg. Mogelijke oplossingen hiervoor zijn: 1) sanering van de stort, of 2) zorgen dat een waterdichte laag het uitspoelen van ammonium voorkomt, of 3) het wegpompen of reinigen van het vervuilde water. Door de Provincie is aangegeven dat sanering van deze stort juridisch niet verplicht is en financieel niet haalbaar is. Kijkend naar de Wet Bodembescherming zijn er veel ernstiger vervuilingen in Noord-Holland. Wegpompen of reinigen is niet makkelijk, waar en waarheen dan? Blijft over het voorkomen van het door de stort heen lopen van regenwater. De aangebrachte kleilaag blijkt te dun en te verbrokkeld te zijn om dit te voorkomen. Het aanbrengen van een echt ondoordringbare laag, desnoods zeer dik landbouwfolie, zou dit probleem kunnen oplossen. Ook zou dat de kans op verspreiding van miltvuur weer tot het niveau van "geen direct risico" terugbrengen.

Als na verwijdering van de begroeiing op de huidige afdekking een dergelijke ondoordringbare laag zou worden aangebracht zou deze weer afgedekt kunnen worden met voedingsarm duinzand, of zand van gelijkwaardige kwaliteit. Hiermee wordt dan tevens alsnog aan de vergunningseisen voldaan. Als men dan het reliëf nog wat aanpast zodat het op de stort vallende regenwater optimaal richting de vervuilde sloten stroomt zouden de problemen waarschijnlijk opgelost zijn.

Houding overheid

Uit alle stukken die ik van de heer Kikkert heb gekregen blijkt dat de overheid al vanaf het begin de effecten van de vuilstort heeft onderschat, zich niet aan de voorschriften heeft gehouden en de opgetreden problemen heeft ontkend of de schuld en verantwoordelijkheid voortdurend van zich af geschoven heeft. De bij het Droevenement uitgedeelde persmap geeft hier voor de periode tot 2015 veel schrijnende voorbeelden van. Sinds dat Droevenement heb ik met de overheid (Rijk, Provincie, HHNK en Gemeente) en de omwonenden over de problemen gesproken.

Het Hoogheemraadschap heeft zijn verantwoordelijkheid genomen door het aanleggen van bovengenoemde stuw. De Provincie onderkent nu ook de problemen en denkt mee over oplossingen. Men is nagegaan wie de verantwoordelijken zijn. Dat blijken het Rijk (vertegenwoordigd door RWS) als eigenaar van de ondergrond, de Provincie als vergunningverlener en verantwoordelijke instantie voor het milieu en de Gemeente Texel als eigenaar en gebruiker van de vuilstort. De Provincie is nu bereid om de subsidieregeling voor voormalige vuilstorten aan te wenden voor een studie en uitvoering van een voor alle partijen acceptabele oplossing. RWS heeft haar rol nog niet echt opgepakt, daar is verder overleg nodig. En de Gemeente Texel? Die heeft nog steeds dezelfde houding als de afgelopen 45 jaar, sinds de opening van de stort. Als dat zo blijft ben ik niet erg optimistisch over een positieve uitkomst, daarvoor is meer oplossingsgericht meedenken noodzakelijk.

Naar een oplossing

Een oplossing kost geld en wie gaat dat betalen? De problemen zijn veroorzaakt door een vuilstort waar het huisvuil van alle Texelaars die tussen 1972 en 1991 op Texel woonden werd gedumpt. Wij (ik woon zelf sinds 1986 op Texel) waren van ons vuil af en de heer Kikkert zat met de gebakken peren. In ons overleg over oplossingen is aangegeven dat er misschien geen puur juridische reden is om iets op te lossen, maar op z'n minst wel een morele.

We kunnen zoeken naar kostenreductie van oplossingen. De Gemeente heeft volgens de vergunning de plicht de stort af te dekken met schraal duinzand en heeft dit niet gedaan. Dat zou nu alsnog kunnen. En als we de zandaanvoer kunnen koppelen aan de aanvoer van het zand voor de zanddijk voor de Prins Hendrikpolder, zou dit niet zo duur hoeven te zijn. Met een positieve instelling, creativiteit en innovatie moeten we een eind kunnen komen en dit lijkt een goed moment daarvoor.

Maar dan moet iedereen, ook de Gemeente Texel, de waarheid onder ogen willen zien: er zijn fouten gemaakt en daar zijn de omgeving, natuur en milieu en de heer Kikkert de dupe van geworden. We kunnen de problemen oplossen of misschien vinden we dat toch te duur. We zouden ook kunnen besluiten er mee te leven. Ammonium is niet direct dodelijk en met de huidige begroeiing van de Schilbolsnol zijn sommige vogels ook wel tevreden. Maar overheid, erken ook dan je verantwoordelijkheid, geef fouten toe en stel de heer Kikkert schadeloos voor het waardeverlies van zijn boerderij en voor 45 jaar vreselijk frustrerend (non-)overleg.

Prof. Dr. Han Lindeboom, Trekker Oplossingsoverleg Schilbolsnol