Jaren '30: maquette van Den Burg, in het oude Texels Museum. Aan de ramen is te zien waar het Glazen Paleis zijn naam aan dankte.
Jaren '30: maquette van Den Burg, in het oude Texels Museum. Aan de ramen is te zien waar het Glazen Paleis zijn naam aan dankte. Foto: Historische Vereniging Texel

Glazen Paleis ooit Texels Museum

Het Glazen Paleis, sinds kort de naam van het muziekpodium in de Wezentuin, was ook de naam van het gebouw dat tot begin jaren zestig in het park aan de Burgwal stond. De geschiedenis is verweven met die van het Texels Museum, de voorloper van Ecomare.

Wanneer het Glazen Paleis precies is gebouwd, valt niet te achterhalen, maar het moet er in 1890 al hebben gestaan. Het was een lokaal van de lagere (Franse) school aan de Burgwal. Jac. P. Thijsse vertelde in 1937: "Toen ik 47 jaar geleden op Texel kwam gaf ik les in het Glazen Paleis." Van 1912 tot 1915 was het in gebruik als Zeevaartschool, die toen verhuisde naar de huidige d'Ouwe Ulo. De geschiedenis van het Texels Museum is nauw verbonden met het Glazen Paleis. Dat werd in 1930 geopend in de voormalige Ulo aan de Burgwal, waar onlangs ZOUT exposeerde. Meester Hendrik Kraai, hoofd van de openbare school aan de Burgwal, was samen met Jac. P. Thijsse de bedenker van dit museum. Toenmalig burgemeester W.B. Oort, tevens enthousiast vogelaar, sloot zich daarbij aan.

Het is NV TESO die eind jaren '20 al met het initiatief ter oprichting van het museum komt, het beleid bepaalt en zorgt voor de financiƫle onderbouwing. Het moet de stroom toeristen naar Texel aanwakkeren. Verkade album "Texel" van Jac. P. Thijsse dat in 1927 verscheen is zeker van invloed geweest. Op 22 juni 1930 werd in het voormalige ULO-gebouw aan de Burgwal (toen Nieuwstraat) het Texels Museum geopend, later verhuist het museum naar het vlakbij gelegen Glazen Paleis. De inventaris omvatte onder meer de "Collectie Staring". Die bestond uit 114 geprepareerde vogels, in 1929 voor 525 gulden aangekocht door de gemeente Texel. Staring was kunstschilder, enthousiast vogelaar en een goede preparateur van vogels. Hij woonde in Velzen en bezat een "alleraardigst villaatje" in De Koog.

De vereniging "Mooi Texel" (de voorloper van de VVV) toonde zich verheugd met het succes van het "Natuurhistorisch en Texel Museum". In april 1933 werd voor het eerst een toegangsprijs gevraagd (15 cent voor volwassenen, kinderen 5 cent). Dankzij schenkingen door Texelaars groeit de collectie in omvang en ontstaat er meer behoefte aan ruimte. In 1934 opent Burgemeester Oort in het Glazen Paleis de Openbare Leeszaal, het Texels Museum verhuist terug naar de voormalige ULO-school (aan de Burgwal), die hiervoor speciaal gerestaureerd is. In 1936 viert het museum het vijfjarig bestaan. Meester Kraai vindt dat het tijd is voor het maken van plannen voor de toekomst. De collecties vullen vier zalen van de oude ULO vrijwel helemaal. Een uitbreidingsplan moet een vijftiental diorama's met voornamelijk vogels bevatten. Het diorama met kemphaantjes tegen een geschilderde achtergrond van Waalenburg en De Waal staat in 1937 in de stand van Mooi Texel op de Jaarbeurs in Utrecht. Het diorama is aangeboden door TESO. Het diorama trekt onder meer belangstelling van koningin Wilhelmina. Samen met een diorama met kerkuilen, vervaardigd door Herman van der Horst en bekostigd door TESO, wordt het na gebruik geschonken aan het museum. Na de mobilisatie in 1940 komt het functioneren van het museum in het gedrang, het Glazen Paleis wordt distributiekantoor. Meester Kraai overlijdt op 25 juli. Van der Horst krijgt in 1941 de leiding over het museum. Hij heeft grote plannen en krijgt medewerking van Nol Binsbergen en Anna Kraai en Rita Jonker. Bij de beschietingen tijdens de Russenoorlog loopt het museum grote schade op. De inventaris en collectie veranderen in een chaos, zo gaat de schelpenverzameling gedeeltelijk verloren. W.H. (Kapitein) Lap, president commissaris van TESO, laat een reddingsoperatie uitvoeren. De overblijfselen worden opgeslagen in een garage. Het Glazen Paleis is in ongerede geraakt en moet weer dienst doen als schoolonderkomen. In de zomer van 1945 start Gerrit de Haan als assistent van Van der Horst met de inrichting en opbouw van het Texels Museum. Het museum wordt gevestigd in de voormalige Wehrmachtbarak "Wald Frieden"in de Dennen, TESO betaalt de kosten van de inrichting. Veel hulp zal De Haan daarbij die eerste tijd niet gekregen hebben, of het moet de scholier Michel Binsbergen zijn geweest, die er graag voor spijbelde.

Het Glazen Paleis biedt in de jaren vijftig onderdak aan de Nutskleuterschool en er zat een naaiatelier. In 1961 buigt de gemeenteraad zich over een voorstel om het Glazen Paleis op te knappen. Kosten 13.355 gulden. Vermoedelijk is het zover niet gekomen, een jaar later bespreekt de raad de plannen voor een nieuw gemeentehuis.

Met dank aan Johan Reydon

Het Glazen Paleis is in ongerede geraakt