Eilanddichter Maren van der Mast leest haar gedicht voor.
Eilanddichter Maren van der Mast leest haar gedicht voor. Foto: Job Schepers

Een verleden jaar, de afstand en het toeval

Eilanddichter Maren van der Mast schreef ter gelegenheid van de jaarwisseling bijstaand gedicht over Texel


De afstand


Onze afstand tot de dingen,
tot de dieren, tot de mensen.
Zeldzaam precies, ver weg en dichtbij.
Dichtbij genoeg om elkaar niet uit het oog te verliezen.
Ver genoeg om elkaar te laten zijn.
De afstand
hoe de schuimkoppen weg stuiteren in een storm
hoe zandloperpootjes in een clubje met een golf meehupsen
Hoe de duinkonijnen in de schemering uit hun holen komen,
Hoe we de onbegrijpelijk verre sterren zien flonkeren.
hoe de zeevonk vonkt als het weer zomer wordt
hoe we trots zijn op Dorian, in de verte nu vaak
hoe de jurk van ver geleden ineens weer opdook
Hoe Bisou ontsnapt maar haar baasje weer vond.
De walvissen van ver, verdwaald, zoals iedereen wel eens
Hoe wij elkaar altijd tegenkomen in dat ene café.
Hoe we zoeken naar het juiste aantal bedden,
om mensen te verwelkomen, van ver.
Om hier onze rust en vrijheid met hen te delen, zonder die van ons
op te hoeven geven.
Tussen ver weg en dichtbij
precies genoeg afstand om elkaar te laten zijn.