Johan Daalder, schipper van de sleepboot Dutch Power, meerde voor de verandering eens af in Oudeschild.
Johan Daalder, schipper van de sleepboot Dutch Power, meerde voor de verandering eens af in Oudeschild. Foto: Gerard Timmerman

Schipper meert Dutch Power af in Oudeschild

Een ongebruikelijk beeld in de haven van Oudeschild. Aan kade ligt de uit de kluiten gewassen sleepboot Dutch Power. Schipper Johan Daalder meerde de sleper er zelf af, om de feestdagen thuis door te brengen.

Het is rustig op de haven. Een enkele toerist waagt zich op de kade, de enige waarneembare activiteit op het water is het in- en uitvaren van een rondvaartboot. "Ik denk niet dat ze door de mist veel van het wad zien", constateert Daalder (37) vanuit zijn hoge positie in de stuurhut. De voormalig visserman vaart alweer bijna zeven jaar op deze sleepboot, die in 2009 is gebouwd. Een krachtpatser van 3200 pk met een lengte van 31 meter en een geringe diepgang. "We doen sleepwerk en verrichten allerlei andere werkzaamheden voor opdrachtgevers. Het is maar net wat er voor een project wordt gevraagd. We zetten mensen over, bevoorraden, varen containers, verzetten ankers voor schepen of kleine werkeilanden. Die ankers wegen al gauw een tonnetje of tien." Het schip is uitgerust met zware diesel- en andere motoren, lieren en polsdikke kabels van vele honderden meters lang. Voorop een hoge brug en achter een laag en breed dek, waarop allerlei werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Ook een geringe diepgang. "We werken veel onder de kant, waar het erg ondiep kan zijn."

Daalder, maar ook Texelaar en stuurman Dirk Boekel met wie hij de diensten afwisselt, komt tot in de verste uithoeken met het schip. "In principe werken we wereldwijd, momenteel voornamelijk in Europa, de laatste tijd veel in de Noordzee. Maar we hebben ook een jaar in Nigeria gezeten, als havenboot. We assisteerden grote schepen bij het binnenkomen en vertrekken. We zijn ook in de Yamalzee voorbij Nova Zembla geweest. Daar moest een laadpaal komen voor olietankers. We assisteerden bij de aanleg." Hij verhaalt over Rusland. "Daar zaten we in een gebied, daar was werkelijk helemaal niets. Eén dor takje stak er omhoog. Alles was daar van Gazprom."

"We varen met een vaste bemanning van vijf man, onder wie twee à drie Fillipijnen. De bemanning rouleert, vier weken op, vier weken af. Het schip is privé-eigendom van een Zeeuw. Hij is 75 jaar, maar kan moeilijk afscheid nemen van het werk. Hij heeft vroeger nog meegeholpen aan de bouw van de Eierlandse strekdam. Ik kan goed met hem. Met werk is het nu even rustig. 'Neem hem maar mee naar Texel', zei hij. Het schip ligt er nu rustig bij, maar tijdens het werk kan het flink spoken. Er zitten wel eens riskante klussen tussen. Dit is een vrij laag schip, dus als het slecht weer is, heb je meteen water aan dek. Bij het tillen van zo'n anker breekt er wel eens het een en ander. Veiligheid gaat boven alles. Daarvoor hebben aan boord allerlei voorzieningen en alle spullen worden regelmatig gekeurd. Je moet het per situatie beoordelen. Als het te gek is, dan doen we het niet. Maar de concurrentie is groot, dus nee zeggen doen we niet zo snel." Soms brengt het werk bijzondere risico's met zich mee. "In Nigeria zaten we in een piratengebied. Wij gingen in plaats van een bemanning die niet wilde. We hadden 24 uur per dag gewapende bewaking aan boord. We gingen ook in een geblindeerde en bewapende auto van en naar het vliegveld. Uiteindelijk hebben we nergens last van gehad."

Werkzaam in de verste uithoeken van de wereld, maar niet van Jan en alleman verlaten. "We hebben een satellietbol op dak, internet, televisie en kunnen gewoon met thuis communiceren. Maar het is ook wel eens leuk dat ik, zoals nu, gewoon thuis kan liggen."