Selim

Fatima is moe, ze heeft een zware last, de wegen in Damascus zijn slecht, ze sjokt voort, en denkt en twijfelt : "Is het wel goed wat ik doe? Zijn de plannen van mijn vader wel goed voor ons? Voor mij? Wil ze wel naar de hemel? Ze is nog zo jong, en ze heeft een geheim: ze is Syrisch, maar haar hart ligt bij de andere partij. Ze weet dat het verkeerd is, ze hoort het elke dag van iedereen, maar wat kan er fout zijn aan die lieve Usman. Sinds de bombardementen van een jaar geleden heeft ze haar hart verloren aan deze jonge Turkse parachutist. In het geheim bezoekt ze hem en brengt ze hem eten.

Ze praten Engels, eerst vreemd, maar nu zijn ze vertrouwd met elkaar. Sinds een half jaar weet ze dat dit haar man is en altijd zal blijven. Onder de zware gordel met springstof die zij en haar zusje omgehangen hebben gekregen voelt ze leven. Overdag is ze gehuld in kleren en is het geheim verstopt onder haar gewaad, maar gisteravond nog lag ze tegen Usman aan en voelden ze hoe het bewoog, en hun moed en vertrouwen gaf voor de toekomst.

"Je moet weg hier Fatima, hier is het nummer van Halil, mijn vriend in mijn land, bel hem en zorg dat je in veiligheid komt, samen met je zus en ons kind." Fatima kijkt naar haar zus, ze is nog zo jong, zullen ze straks op de markt het plan uitvoeren? Het plan van hun vader? Of zal ze naar Usman luisteren. Haar mobiel heeft ze verstopt, het nummer weet ze uit haar hoofd, daar ziet ze de tafels met groenten en fruit al opdoemen, daar voor haar is de menigte, ze zegt dat ze plassen moet, dat moet ze ook en ze rent weg, zoekt een plek. Ze tikt het nummer in, en alsof hij naast haar staat, daar klinkt een stem, donker, Halil… Snel noemt ze de naam van Usman, en in het Engels vraagt ze hulp. "Pregnant, baby." Het is even stil aan de andere kant, dan hoort ze: "Green truck, airport". Haar hart bonst in haar keel, ze voelt aan haar buik, hart en akelig. Ze moet nu flink zijn. Er is geen tijd te verliezen. Ze wordt in de truck getrokken, een helikopter landt en in no time is ze in de lucht. Ze kijkt uit het raampje, lichtjes: "Waar zal Usman nu zijn?" Ze landt in Izmir, en daar staat in de aankomsthal Hamsa, het is de broer van Usman. Hij gebaart met zijn handen: "Baby, Usman?" Ze is moe. Ze verlangt naar een bed. Hamsa neemt haar mee, buiten het dorp is een klein boerderijtje. "Selim"staat er op de deur van de schuur. De vader staat al buiten te wachten: "Selim, selim". Die nacht bevalt ze, ze heeft het zwaar, ze is alleen met de moeder, ze kan haar niet verstaan, maar de vrouw is handig en lief, daar klinkt een kreet door de nacht. Een uur later ligt ze gewassen met de kleine jongen in haar arm, ze heeft Usman aan de telefoon. Hij huilt en roept: "Selim?". Ze vraagt of ze de baby zo moet noemen naar zijn vader. Hij lacht: "Nee, Selim betekent Veilig. De jongen heet Harun: "Verheven". Verheven in de lucht, in de hemel met de grote vogel, naar een nieuwe toekomst. Ik wens u allen een veilig, vredig kerstfeest……

Jozien