Nel Koorn-Kikkert (80) tekende dertig jaar lang zelf haar kerstkaarten. Nu vindt ze het mooi geweest.
Nel Koorn-Kikkert (80) tekende dertig jaar lang zelf haar kerstkaarten. Nu vindt ze het mooi geweest. Foto: Gerard Timmerman

Nel Koorn-Kikkert: tekenaar in weer en wind

"Zonder tekenen ben ik niet compleet, het hoort bij me." Dertig jaar lang tekende Nel Koorn-Kikkert haar eigen kerstkaarten. Ze verstuurde ze naar vrienden, kennissen of aan iemand van wie ze vond dat die wel een hart onder de riem kon gebruiken. Dit jaar voor het laatste. "Het is mooi geweest."

Ze noemen haar wel de "weer en wind-tekenaar". "Ik zit graag buiten te tekenen, maar soms was het dan al zó fris, dat ik mezelf helemaal in de schapenwol had verpakt om warm te blijven." Met haar potlood vereeuwigde ze zo menig plekje op het eiland, ook veel zaken die er niet meer zijn. "Zoals de wierschuur bij de dijk. En heel veel oude bomen. Op een gegeven moment knappen ze. Dan ga je er langs en dan staat er nog zo'n stompie. Maar dan heb ik de boom gelukkig wel vastgelegd." Of het door haar prachtige tekenstijl komt of de keus van de locatie, ze heeft oog voor mooie plekjes. Het bewijs ligt op tafel, zoals de tekening van een huisje onder aan de dijk bij de Redoute. Getekend vanaf het Waterwegje. Maar ook allerlei andere plekjes. Zoals de oude Robbenjager, met op de voorgrond een kruipden. Niet zelden tekende ze een kronkelende wilg of andere boom. "Ik hou erg van bomen." Tekeningen vol details, realistisch en met veel sfeer. Van plekjes die ze onderweg tegenkomt. "Ik fiets graag, nog steeds. Dan denk ik van: goh, dat is mooi. Zoiets moet je vangen. Ik ben er wel voor terug gefietst. Wat dat betreft ben ik een raar mens. Als zo'n plek eenmaal in mijn hoofd zit, dan wil ik hem tekenen, liefst direct. In gezelschap heb ik de neiging om de boel de boel te laten en buiten te gaan tekenen. Ik moest de uren stelen . Vroeger, toen de kinderen nog uit school kwamen, moest ik om half vier terug zijn. Dat is ook vrijwel altijd gelukt. Eén keer toen Jan-Willem ('Wum') om elf uur bij de tandarts moest zijn, ben ik het vergeten. Hij is nooit bij de tandarts geweest. Niet dat hij het erg vond..."

Het was haar man, wijlen Cees Koorn de bloembollenhandelaar, die haar destijds op het idee bracht de tekeningen te gebruiken als kerstkaart. "Hij verstuurde veel kaarten en schreef daar dan wat bij. 'Ik vind het zo'n kale kaart, kun jij er niet eens eentje tekenen?' Zo ben ik ermee begonnen. Dat was dertig jaar geleden, nog elk jaar kijken velen er naar uit om van haar zo'n fraaie, zelf getekende kaart te ontvangen. "Er zijn er die ze allemaal bewaard hebben. Ik stuur ze ook wel naar ouderen in De Gollards, want soms krijgen mensen helemaal niets. Maar als ik in de krant een overlijdensadvertentie lees, bijvoorbeeld van iemand die ik heb gekend, dan stuur ik er ook eentje. 'Moeder, dat kun je toch niet maken', zeggen de kinderen dan. Maar ik merk dat zoiets persoonlijks toch op prijs wordt gesteld.

Het artistieke heeft ze waarschijnlijk van haar moeder, Trijntje Bruin. "Zij maakte foto's, met zo'n ouderwets zeepkissie. Zulke mooie, ze had er echt oog voor. Toen ze eens een echte camera wilde kopen, bleek die net zoveel te kosten als een heel lam. Dat vond ze te duur, ze deed het niet. Ik was een meisje, dus een tekenstudie zat er voor mij niet in. Maar ik wílde tekenen en heb later schriftelijk cursussen gevolgd om mijn techniek te verbeteren. Veel doen en fouten maken, zo heb ik het geleerd. Ik ben wel eens in mijn uppie op vakantie in Antwerpen geweest. Ik was ook in Gent en Brugge en dacht: Ik kan hier zó mooi tekenen, hier wil ik wel drie maanden blijven. Maar op een gegeven moment moet je toch weer naar huus. Eigenlijk zou ik in een bus moeten wonen en rondrijden."

Toen ze haar duizendste tekening had verkocht, vierde ze dat met een feest.