Hoeve De Keppelen aan de Pontweg.
Hoeve De Keppelen aan de Pontweg. Foto: Gerard Timmerman

Van Cornelishoeve tot Keppelen

Langs de Pontweg op de Hogeberg, wat verscholen in de bosjes staat De Keppelen. Wat mag dat nou weer betekenen?

Terug in de tijd. In 1832 bezet Aagje Jacobsd. Verberne van Ruimzicht (Boerderijenboek) er een schuur. De erven verkochten de schuur met land aan Cornelis Ariesz. (Kees Aai) Witte. Hij ging zelf in Den Burg wonen en liet de boerderij bewonen door personeel. Zijn zoon Arie gebruikte de zondagse naam van zijn vader en noemde de boerderij Cornelishoeve. Over deze Arie is nog een aardige anekdote in omloop. Hij begon een hoenderpark met Rode Islanders en Witte Leghorns. Hij kocht aan de overkant enige dure fokhanen. Maar hij was ze vergeten en na een nacht in zijn voertuig overleefden ze het niet. Die had hij toen "aan zijn poot".

Er duikt ook nog een andere naam op voor deze boerderij. In 1924 werd de deftig klinkende naam Persévérance gebruikt. Frans voor Volharding. Dat klinkt bekend, het is immers naam van de boerderij aan de Hoofdweg in Eierland. Maar alweer geruime tijd dus De Keppelen. Toenmalig bewoner Mark Roeper ontleende deze aan de veldnaam "Hoog en Laag Keppelen".