Knipsels van Telegraaf (1966) uit het archief van Klaas Uitgeest. Het werk aan boord ging gewoon door.
Knipsels van Telegraaf (1966) uit het archief van Klaas Uitgeest. Het werk aan boord ging gewoon door. Foto: Klaas Uitgeest

Waar en hoe strandde de Donna?

De Donna liep in 1966 wel degelijk vast op de Vliehors, zo blijkt uit uitgebreide documentatie van Klaas Uitgeest, kenner van de scheepshistorie. Onlangs was er onduidelijkheid nadat Paul Kikkert ervan overtuigd was dat het schip voor de Slufter vastliep.

Alle documentatie wijst toch echt op de Vliehors. Zo brengt De Telegraaf op 18 oktober 1966 een verslag van Wim Koevoets, die de hele reis aan boord is van de Donna. "Midscheeps vastgelopen op een zandbank bij de Vliehors, met op 50 m aan bakboord diep water, zat gisteren omstreeks 10 uur de viermastschoener ,,Donna'' klem op haar eerste reis onder deze naam. Zij vaart onder de Panamese vlag, nadat kapitein Jimmy Bootsma (39) het unieke 1400 ton metende vrachtopleidingsschip in Zweden had overgenomen", zo schrijft hij.

Eén van de weinige documentaties van de reddingsstations die beschikbaar is van deze stranding, bevestigt deze lezing: "In de nacht van 16 oktober strandde de onder de Panamese vlag varende viermastschoener Donna 1603 BRT, op de Eierlandse gronden z.w. van de Vliehors. De mrsb. Ida Mary (station De Cocksdorp) kwam 17 oktober te 07.30 in actie om zo nodig assistentie te verlenen. Wind z. 3-4. De opvarenden wilden echter niet van boord. De kotters WR 70 en WR 128 maakten verbinding, doch slaagden er niet in de Donna vlot te trekken. De Ida Mary was te 15.35 op haar station terug. De Donna werd 18 oktober door sleepboten van fa. Doeksen vlotgetrokken."

Oorzaak

De stranding blijkt het gevolg van een plotselinge motorstoring. De kapitein vindt het niet nodig om 's nachts noodsignalen te geven. Bovendien beschikt het schip niet over een radio. De reddingboot Ida Mary laat daarom een mobilofoon achter aan boord van de Donna zodat contact mogelijk wordt. De stranding was volgens de overlevering de tweede ramp die het schip onderweg trof. "Voor de Deense kust gebeurde de eerste ramp, die indirect aanleiding zou worden tot een tweede. In het machineruim klonken sirenes: de smeeroliedruk in de hoofdmotor was weggevallen. Het gebeurde vrijdagmorgen bij een formidabele bries. Een oliezekering sprong, vulde de machinekamer met rook. De Zweedse machinist moest met een een persluchtmasker tussen de machines doorkruipen om de schade op te nemen. Het onderzoek wees uit dat een krukaswagen was uitgelopen. Drie technici waren acht uur met de reparatie bezig. Pas zondagavond kon de ,,Donna'' haar koers vervolgen, richting de Waddeneilanden, richting Texel, waarna koers gezet zou worden naar IJmuiden en Amsterdam", schrijft Koevoets in 1966. Een prachtig stukje zeemansbijgeloof zou ook te maken hebben met de stranding. Het schip had twee namen. Officieel heette het schip namelijk nog Albatros, maar zou al de Donna heten, omdat het onderweg was van Zweden naar Amsterdam om te worden omgebouwd. De nieuwe naam was al wel over de oude naam 'gekalkt'. De kapitein, Jimmy Bootsma, zegt hier achter over: "Man, je moet nooit varen op een schip met een dubbele naam. Daar rust de niegus op." Kapitein Bootsma stelt bij stranding de volgende diagnose: "We zaten vast op de Eierlandse gronden, vlakbij de vuurtoren van De Cocksdorp" (Telegraaf, 16 oktober 1966).

De firma Doeksen, die zich daags na stranding meldt voor de berging, wordt overigens niet met open armen ontvangen door de kapitein. "Wie Doeksen tipt dat er een schip vast zit, krijgt een meier. Maar mij krijgt ie niet. Zeerovers zijn het. Een klein rukkie met die slepers van ze en ze laten je tonnen betalen, op arbitrage in Londen. Ze maken je arm, als je niet uitkijkt", zou Bootsma gezegd hebben. Eerst wordt dan ook getracht de Donna met vier kotters los te trekken. De twee sleepboten die Doeksen heeft gestuurd, liggen 'treiterend' dicht in de buurt. De bemanning van de Donna en de vissers van de kotters werken als paarden, het lukt niet. Bovendien, zo schrijven meerdere bronnen, neemt de wind toe en slaan de golven hard tegen het schip. Er zit voor Bootsma niets anders op dan in zee te gaan met Doeksen. Op dinsdag 18 oktober 1966 wordt het schip in slechts een halfuur vlotgetrokken door twee sleepboten van Doeksen. De Donna kan zodoende zijn weg op eigen kracht vervolgen richting Amsterdam. Het is nacht als de Donna afmeert aan de Amsterdamse Javakade. De kapitein zegt bij aankomst: "Over de hele wereld zullen mensen nog tientallen jaren zeggen: ',,Bootsma, is dat niet die vent die de Donna op het strand heeft gehad?'' "

Een schip met een dubbele naam, daar rust de niegus op