Klaas Dankert, voorzitter van Stichting Zilte Kokkels, plaatst met de kraan een damwand als symbolische start voor de proef.
Klaas Dankert, voorzitter van Stichting Zilte Kokkels, plaatst met de kraan een damwand als symbolische start voor de proef. Foto: Gerard Timmerman

Proef kokkelteelt op land weg vol uitdagingen

Net voor de officiële start van de proef met kokkelteelt in polder Wassenaar afgelopen woensdag, verscheen een regenboog. Als de spreekwoordelijke pot met goud aan het eind hiervan een voorbode is voor het succes, dan ziet de toekomst van deze bedrijfstak er goed uit.

Kokkels telen op land, je moet er maar op komen. Ondernemers met vernieuwingsdrang die op land het kunstje willen nabootsen wat in de natuur buitendijks "vanzelf" gebeurt. Liefst nog een stukje beter. Het idee komt van de mensen achter Zilt Proefbedrijf, met als stuwende kracht Marc van Rijsselberghe. Het is niet voor het eerst dat zijn vooruitstrevendheid vraagtekens oproept. Maar de wijze waarop de zilte aardappelteelt aan een opmars bezig is, is één van de voorbeelden die maakt dat zijn visie in steeds bredere kring gerespecteerd wordt. Zoals ook blijkt uit de brede ondersteuning voor de proef met kokkelteelt in Polder Wassenaar. De uitvoering is in handen van Stichting Zilte Zones, met medewerking van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Miramar Seafoods (handelaar in kokkels), het NIOZ, Staatsbosbeheer, Zilt Proefbedrijf en zelfs een Spaanse partij is geïnteresseerd. Voor de uitvoering doet het Waddenfonds een flinke duit in het zakje.

"Een project met veel uitdagingen en onzekerheden", vertelt Klaas Dankert, voorzitter van Stichting Zilte Zones. De eerste is al overwonnen: het voortraject. Met een jaar vertraging kan alsnog worden begonnen. De proefopstelling waarvoor Dankert symbolisch een stuk damwand plaatste, wordt zodanig gebouwd dat de omstandigheden op het Wad waar de kokkels goed gedijen, zo realistisch mogelijk worden nagebootst. Zodanig dat ze ook onder kunstmatige omstandigheden op land groeien. Daarvoor wordt zeewater met een hevelinstallatie over de dijk in de proefopstelling in polder Wassenaar gebracht. De houten damwand zorgt voor een hoge waterbuffer voor 1000 tot 1400 kubieke meter zout water. Dat stroomt via een stelsel van geulen, kweekbakken, stuwen, kleppen en andere voorzieningen af naar de lage buffer, waarna het over de dijk weer in zee wordt geheveld. Er komen dertien zogeheten raceways, waarin de kokkels worden gekweekt. Daar stroomt het water doorheen, in elke bak zijn diepte, stroomsnelheid en andere factoren anders, om te kijken onder welke omstandigheden de kokkels het beste groeien. Uitgangsmateriaal zijn jonge kokkels die door handkokkelaars op het wad worden opgevist, die te klein zijn voor de handel.

De proef duurt vier jaar en moet praktijkkennis opleveren over natuurvriendelijke kokkelteelt op land. Doel is om met de opgedane kennis elders in de Waddenregio op verzilte grond een rendabele teelt te realiseren. Het gebruik van Wassenaar is strijdig met de natuurbestemming, maar de gemeente heeft hiervoor een tijdelijke ontheffing verleend. Na vier jaar wordt het gebied, eigendom van SBB, ingericht als brak natuurgebied voor onder meer strandbroeders. De aanleg van de installatie gebeurt door Boskalis, Marcel Uriot is directievoerder. Het groeiproces wordt intensief gevolgd, bemonsterd en onderzocht door het NIOZ en de Universiteit van Utrecht. Naast de teelt van kokkels, wordt bij deze proef ook geëxperimenteerd met zeewier. Als verlengstuk van de proef op het NIOZ en om te onderzoeken wel effect zeewier heeft op de groei van kokkels. Deze voeden zich met algen, maar die zijn er niet het hele jaar.

Ten slotte de vraag wat kokkelteelt op land toevoegt, op het Wad even verderop groeien ze immers in grote hoeveelheden. Dankert: "Als gevolg van de regelgeving mag er maar een beperkte hoeveelheid worden geoogst, de vraag is veel groter. Teelt op grote schaal op land is een stimulans voor de schaaldiersector, levert werkgelegenheid en een bijdrage aan het inkomen in Noord-Nederland."