"Stop knutselen in Waddenzee"

De aanleg van een zanddijk bij de Prins Hendrik gaat ten koste van de natuurlijkheid van het gebied. Het is ook maar de vraag of een opgespoten zandlichaam op zijn plek blijft liggen.

Dat stellen wetenschappers Cor Smit en Kees Dijkema, die jarenlang bij het voormalig IMARES op Texel werkten, in een brief die op de site van deze krant staat. Smit en Dijkema omschrijven de beoogde zanddijk als een kunstmatige oplossing voor natuurverbetering in plaats van te streven naar natuurlijke ontwikkeling. Volgens hen past dat in het huidige denken over natuurbeheer in de Waddenzee. "Er moeten vooral meer vogeleilanden komen of kwelders op plaatsen waar deze van nature niet thuishoren. Laten we stoppen met knutselen in de Waddenzee en het geval van de Prins Hendrikpolder kiezen voor het verstevigen van de bestaande dijk."

Volgens Dijkema en Smit is het de vraag of het dijklichaam op zijn plek blijft liggen zodra het zand is opgespoten. De stroming van de Texelstroom schuurt vaak dicht langs de zuidoostkant van het eiland en er is volgens de twee geen rekening gehouden met de nadelige effecten van zeespiegelstijging en wegstuivend zand. Dat er in de plannen wel rekening wordt gehouden met een suppletie van iets meer dan driehonderdduizend kuub in de tien jaar is volgens hen niet toereikend om te kunnen zeggen dat de zanddijk op zijn plek blijft. "Alleen al om die reden zou men er niet voor moeten kiezen. Ook de landbouw in de polder zal nadelige effecten van de aanleg van het zandlichaam ondervinden: bij oostenwind zullen grote hoeveelheden zand landinwaarts waaien wat een verzanding van landbouwgrond zal opleveren. Bovendien zullen sloten door instuivend zand dicht waaien."

De aanleg gaat volgens de brief ook ten koste van de ter plekke geldende habitat ("Permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken") zoals in de Natuurbeschermingswet omschreven. "Dit verlies kan, volgens dezelfde regelgeving, alleen gecompenseerd worden wanneer er een garantie is dat dit verlies ten minste gecompenseerd kan worden door positieve natuurlijke ontwikkelingen op het zandlichaam en in de lagune die er langs de dijk zou moeten ontstaan. Het is echter maar heel erg de vraag of dat in deze situatie mogelijk is, want het staat allerminst vast of de gewenste natuurlijke ontwikkelingen ook werkelijk zullen plaatsvinden.

De twee sluiten zich aan bij oud-dijkgraaf Jacques Dijt die eerder schreef dat zand niet aan de wadkant thuishoort. "Op geen enkel Waddeneiland vind je zandige gebieden aan de waddenzijde, behalve op de dynamische koppen van de eilanden zoals de Vliehors en op de eilandstaarten als de Boschplaat op Terschelling." De gehele brief staat op www.texelsecourant.nl.