Joop Quint kampeert al tientallen jaren op Texel, eerst op Loodsmansduin en nu bij Blom aan de Rozendijk.
Joop Quint kampeert al tientallen jaren op Texel, eerst op Loodsmansduin en nu bij Blom aan de Rozendijk. Foto: Jeroen van Hattum

Texelaars doen niet moeilijk en zeggen waar het op staat

Wat is je favoriete plek op Texel?

Dat is onze caravan. Die staat op een fantastische plek: in een appelboomgaardje bij Dick en Els Blom op de Rozendijk. Er is veel zon, het is dichtbij Den Burg en bij het strand en wij zijn de enige caravan. Bernadette kan accordeon spelen zonder dat iemand er last van heeft. Het wordt echt feest als de kleinkinderen, soms met vriendjes, komen logeren. We hebben het maximum op vijf gesteld. Dan zetten we een of twee tentjes op. Het is deze zomer uit de hand gelopen toen onze jongste kleindochter van zes maanden kwam logeren. Die mocht met haar moeder in ons bed. Toen moesten wij in een tentje.

Wat voor werk doe je op Texel?

Ik doe geen werk op Texel. Ik ben nu 74, dus dan hoeft het ook niet meer. Toen ik nog wel werkte deed ik dat vanuit mijn huis in Amsterdam, of vanuit kantoor in Den Haag. Ik was organisatie-adviseur. Dat heb ik mijn hele werkzame leven met veel plezier gedaan. Ik werkte in hoofdzaak voor non-profit organisaties, zoals ziekenhuizen, ministeries, gemeenten etc. Problemen oplossen bijvoorbeeld: moeten we wel of niet fuseren?, afslanken, hoe kunnen we efficiënter werken? en dergelijke. Ik zou nog wel op Texel willen werken. Voor de gemeente. Daar is best wat te verbeteren.

Men zou elkaar wat meer mogen gunnen en beter met elkaar moeten overleggen

Wat doe je naast je werk zoal?

Aan de overkant heb ik in besturen gezeten van voogdijinstellingen en van een instituut voor verstandelijk gehandicapten. Maar het mooiste was hier op Texel. Ik werd voorzitter van de Kampeerdersvereniging Loodsmansduin. De leden waren de bewoners van ca. 200 stacaravans, de contributie was toen 5 gulden. Net toen ik voorzitter werd brak de pleuris uit. Onze 'huisbaas', Texel Campings, of heette het toen nog Recreatie Stichting Texel?, stuurde een brief dat we allemaal weg moesten. Actie! Gesprekken met de burgemeester, meer dan 20 ingezonden brieven in de Texelse Courant, een bijeenkomst in de kerk in Zaandam van de vader van Freek de Jonge (het was winter, mensen kwamen zelfs uit Duitsland) en ik stond vanaf de kansel onze leden toe te spreken. Uiteindelijk moesten we toch weg, maar een jaar of vier later. In die periode ben ik in "De Hoornder" gaan schrijven. Dat doe ik nu, tien jaar later, nog steeds elke maand.

Ben je geboren en getogen op Texel?

Ik ben niet geboren op Texel, maar ik ben er wel getogen. Tot mijn twaalfde heb ik in Nunspeet op de Veluwe gewoond. Toen werd mijn vader hier VVV-directeur en verhuisden wij, dat is mijn moeder mijn drie broers, mijn zusje en ik, naar Texel. We woonden in Den Burg, in de Kogerstraat, en ik ging elke dag met de boot vanuit Oudeschild(!) naar de HBS in Den Helder. Na mijn eindexamen ging ik een jaar naar de USA en toen studeren in Utrecht. Ik werd lid van het Corps. En zo kwam ik weer terug op Texel, want ik was drie zomers badmeester in De Koog. Ik vind het erg mooi dat nu, bijna zestig jaar later, de badmeesters nog steeds uit Utrecht komen.

Hoe ervaar je de mensen op Texel?

Texelaars doen niet moeilijk. Je weet wat je aan ze hebt en ze zeggen waar het op staat. Bovendien hebben ze een behoorlijk gevoel voor humor en ze zijn hulpvaardig. Maar ze weten wel erg veel van elkaar. Het lijkt of ze allemaal bij elkaar op school hebben gezeten en ze houden elkaar ook goed in de gaten. Dat is een reden dat ik niet op Texel zou willen wonen, bovendien ik zou Amsterdam missen.

Hoe beleef je de natuur op Texel?

Texel is heel mooi, vooral in het voorjaar, en heel afwisselend. Rijd maar eens vanaf het strand bij Paal 9, dan kom je al gauw langs het stuk met aan beide kanten water (het Natte Vlak, ik heb er wel eens geschaatst). Vaak met Schotse Hooglanders en paarden en dan in juni met heel veel gele irissen, on-Nederlands mooi. Dan verder, bij de Rommelpot linksaf, langs de lage duinen, langs de ijscokar van Ans, door het bos en dan verder over de Rozendijk, langs de weilanden. En daar boven die prachtige luchten. Een plaatje.

In welk café/ restaurant kom je graag?

Dat is zonder meer De Kastanjeboom van Jan-Siem en René. Daar zitten Bernadette en ik elke ochtend op het terras met onze koffie en altijd dezelfde bejaarde Texelaars. Maar we eten er ook graag. Een extra attractie is dat iedereen daar langs komt om een praatje te maken of goedemorgen te wensen. "s Middags gaan we graag naar het Turfveld van Naomi en Annie voor een broodje braadworst en een raspatat.

Wat moet er vooral blijven zoals het is?

De regeling dat er niet meer dan 45.000 bedden op Texel zijn. Dat is een vrij briljante beslissing die het gemeentebestuur, ik denk, meer dan 20 jaar geleden heeft genomen en dat moet zo blijven. De druk om dat aantal te verhogen zal wel toenemen, zeker nu er elk jaar een groeiend aantal auto's met de boot meegaat, maar 45.000 moet het maximum blijven. En wat ook moet blijven is het gratis parkeren bij het strand. Dat maakt Texel heel aantrekkelijk. Mensen uit bijvoorbeeld Utrecht gaan al niet meer naar Bloemendaal of Zandvoort. Je rijdt een dagje naar Texel, je hebt geen files en zelfs als je de kosten van de boot meerekent ben je goedkoper uit. Overal is parkeren langs de kust duur en bovendien kan je vaak geen plaats vinden. Niet op Texel met zijn ruime parkeerterreinen. En wat verder vooral moet blijven zoals het is, is het eten. De lekkerste vis, lamsvlees en kaas eten we op Texel. Er zijn hier behoorlijk wat goede koks. Misschien een idee om een gevorderde koksopleiding te beginnen?

Wat zou er op Texel anders mogen?

Er zouden minder ruzies en geschillen moeten zijn. Zo gauw als er een plan is voor een schuurtje, een schutting, of bijvoorbeeld de uitbreiding van een terras komen er bezwaarschriften. Voor een beetje buitenstaander, zoals ik, is het echt heel opvallend. Het lijkt in strijd met het vriendelijke karakter van de Texelaars dat ik eerder noemde. Maar het kan keihard toegaan. Men zou elkaar wat meer mogen gunnen en beter met elkaar moeten overleggen. Het zou veel tijd en geld schelen voor advocaten en voor geschillen- en bezwarencommissies.

Goede herinneringen aan Texel?

Ik heb veel goede herinneringen aan Texel. De mooiste zijn de gezelligheid met onze buren en vrienden, op Loodsmansduin. En dan het seizoen '57-'58. Ik voetbalde toen in het eerste van SV Texel, onder andere met Bob Bakker. Ik was de jongste en ik voelde me een held. Ten slotte de zomer van 1960. Met de studenten uit Utrecht hebben we toen paviljoen Noordzee gepacht. Dat was op de laatste duinenrij in De Koog tegenover de Buteriggel van Joop Jellema. 's Avonds speelde onze eigen jazzband, het was altijd stampvol. Ik was 18 en stond met mijn vrienden achter de bar. Soms droom ik er nog van.

Wat is er zonde aan Texel?

De puinhoop met het verkeer in Den Helder. Noch de gemeente Den Helder, noch de provincie, noch het ministerie van Verkeer en Waterstaat mag ons dat aandoen. Naar ik heb begrepen duurt het nog wel een jaar of vijftien voor er een ingrijpende verbetering (via Balgzand?) komt.

Waarin onderscheidt Texel zich van de overkant?

Texel onderscheidt zich door zijn unieke ligging. Dat is nogal wiedes, zou je zeggen. Maar er wordt te weinig gebruik van gemaakt. Er kunnen hier op tal van gebieden proeftuinen worden gestart, waarmee, in samenwerking en met financiering van landelijke instanties zaken worden uitgeprobeerd waar men in de rest van het land veel aan kan hebben. Dat gebeurt al met de zilte landbouw (Bernadette vindt dat daar ook soja bij hoort) en –met weinig succes- met energie. Maar het kan ook met openbaar vervoer: gratis voor iedereen, gratis voor 65+, gratis voor Texelaars, of een passepartout voor toeristen voor al het openbaar vervoer dat je online bestelt tegelijk met je kaartje voor de boot. (Dat kan je in sommige regio's in Duitsland krijgen voor een week, als je een hotel reserveert.) Het bevorderen van het zoveel mogelijk thuis blijven wonen van bejaarden. Het aanleggen van een dependance van Papendal, daar hoort dus in ieder geval een sintelbaan bij, voor (top-)sporters die hier voor langere periodes komen trainen. Geen sluitingstijden voor de horeca. Broedplaatsen voor de kunsten. Een hoogwaardige ICT-opleiding. (Die kan hier net zo goed zijn als in bijvoorbeeld Amsterdam.) En…. meer gebruik maken van de unieke positie en kwaliteiten van het NIOZ.

Wie zou je graag in een volgende 'Eiland Van' willen zien?

Mary Smidt-Witte. Mary is een lieve vrouw, ze zorgt voor mijn whisky, ze is een goede zakenvrouw, ze heeft veel meegemaakt, ze is strijdvaardig en ze blijft opgewekt.

In 1959 berichtte deze krant over de terugkeer van Joop Quint na een jaar in Amerika.