Gerard Kuip, Elko Vermeulen en Ina Schrama in het Cultuurhistorisch museum in De Waal.
Gerard Kuip, Elko Vermeulen en Ina Schrama in het Cultuurhistorisch museum in De Waal. Foto: Job Schepers

Over boeskippe, vriêfglaasies en proffels

"Of het dialect uitsterft? Misschien wel. Al denk ik dat er altijd een klein groepje blijft dat zich met het Tessels zal blijven bezig houden", stelt Ina Schrama. Ze is net als Gerard Kuip en Elko Vermeulen één van de organisatoren van Echt op sien Tessels, de jaarlijkse dialectmiddag die dit jaar in De Hof in De Koog wordt gehouden.

"Echt op sien Tessels" begon in 2011 ter ere van het 25-jarig bestaan van de Historische Vereniging en reisde vervolgens het eiland over. Nadat volgend jaar De Waal aan de beurt is geweest, zit de tour over het eiland er op. "Of we daarna verder gaan? Dat weten we nog niet. Dat is destijds niet de opzet geweest", vervolgt Schrama. "Er is ieder jaar enorm veel belangstelling. Maar je merkt natuurlijk op straat dat er steeds minder Tessels wordt gesproken. Velen kunnen het nog wel, maar doen het niet meer. Vandaag was ik in de winkel en daar liep een vrouw wat te zoeken. Ze had twee brillen op. "Twie brille, toe maar", zei ik. Ze begon automatisch in het Tessels terug te praten", vult Gerard Kuip aan. "Met dialect kun je bepaalde dingen of emoties net wat beter omschrijven dan dat je in het Nederlands kunt. Een goed voorbeeld daarvan is 'ferskeft'. Het is een beetje geschrokken of ontdaan, maar toch anders. De mensen die Tessels spreken, begrijpen het direct", zegt Ina. "Het is moeilijk om het dialect levend te houden. De klank verdwijnt ook. Op Óóst wordt het nog veel gesproken en wat mensen in Skil en op Strend. Ook onder de kottervissers en de boeren is het dialect nog niet verdwenen. Mijn kinderen proberen wel eens Tessels te praten, maar dat lijkt al niet meer op het echte dialect", stelt Vermeulen. Echt op sien Tessels werd in het leven geroepen om het dialect in ere te houden, maar groeide uit tot iets veel groters. "Het gaat niet om het Tessels alleen, maar ook om de verhalen. De mensen die meedoen sturen we zo min mogelijk. Ze moeten verhalen vertellen die dicht bij henzelf liggen. Na het eerste jaar zijn de pauzes verlengd tot een halfuur omdat er zoveel nagepraat werd over de verhalen. Echt op sien Tessels gaat ook om de nostalgie. We proberen naast de vaste gasten zoveel mogelijk vertellers uit het dorp of met een historie in het dorp waar we het evenement houden te halen. Dan staat het dichterbij de mensen", vertelt Kuip die zelf automatisch op het Tessels overschakelt zodra hij het erover heeft. "Maar op straat of op feestjes spreek ik het weinig. Als de rest geen Tessels praat, blijf ik ook Nederlands praten. Maar als je in een gezelschap bent dat wel Tessels praat, gaat het automatisch." Schrama beaamt dit: "Er werd vroeger bij ons thuis geen Tessels gesproken, wel bij mijn opa en oma en zo leerde ik het. Ik had het jaren niet gesproken totdat Gerard mij benaderde voor Echt op sien Tessels. Je pakt het dan zo weer op, dat gaat verbazingwekkend snel." Door de sprekers met een Koger verleden, verwacht het drietal dat er ook dit jaar weer veel verrassends te beluisteren is. Bovendien hebben vaste gasten als Gerrit Terwindt en Aart van den Brink weer nieuwe nummers aan het repertoire toegevoegd. "Als het volgend jaar stopt, gaat het Tessels niet verloren. Alle edities zijn opgenomen en gearchiveerd door de Historische Vereniging. Zo blijft het Tessels behouden voor een volgende generatie. Bovendien is de taal niet dood. Die ontwikkelt zich nog steeds. Weet je bijvoorbeeld hoe we dit noemen?", vraagt Vermeulen terwijl hij zijn telefoon tevoorschijn tovert. "Een vriêfglaasie." Komende zondag om 14:30 uur is het weer tijd voor Onnekedotes, foordrachte en sketsies. Kaarten zijn voor €4,- verkrijgbaar bij dorpshuis De Hof, Van Beek Byoux en Het open boek.