Snijbonenmolentje

Hij is anders dan anderen, zijn EQ is groter dan zijn IQ en bij de meeste mensen is dat andersom. Hij komt vaak even aanwaaien, is bezorgd en benieuwd. Hij roept al als hij de deur open doet, ja niet mijn naam, nee die van Souwtje en van Mies. Die gaan voor, en dan kijkt hij of ik koffie heb. Natuurlijk heb ik dat op de vrije woensdagmiddag om half vier. Hij kent de namen en de soorten van de honden volgens mij van half Texel, en toch is hij er ook een beetje bang voor. Souwtje heeft af en toe nog wilde haren, en dan zie ik hem wat verstrakken en gauw een speeltje weggooien zodat hij rustig kan bijkletsen en zijn koffie kan drinken. "Hoe is het op het werk?" Hij knikt en denkt na. "Ja goed, alleen er zijn vier honden, en dat is balen". "Oké, dat is een heel koppel, een hele beestenboel op de boerderij". "Bij ons is er een beest overleden, Arie de haan lag zomaar dood in het kippenhok, jammer hoor". Koert kijkt verdrietig, de dierenvriend leeft mee.

Dan springt hij op, en zegt dat hij naar het huis van opa gaat om zijn vader te helpen. Opa is niet meer, hoe vaak zien we het niet, verdriet en gemis om de wederhelft, de zaagmachine blijft stil, en het knutselwerk blijft liggen. "Jozien, ga je mee? Er is vast ook iets voor jou?" "Nee knecht, doen jullie maar, dat is niks voor mij". Als hij blijft aandringen, gaan mijn gedachten. "Zeg, als jullie nog een snijbonenmolen over hebben, dan hou ik me aanbevolen". Even later komt hij met de ogen op het hoofd terug, met in zijn hand… Afgelopen weekend waren we in België, broer Laurens woont met zijn gezin in Leuven, en we bezoeken Marian zijn vrouw, die ernstig ziek in het ziekenhuis ligt. We delen de zorgen, een hersentumor, epileptische aanvallen, chemo, bestraling, wat een verschrikkelijke tijd. Maar ze zijn sterk, ze geloven nog in de toekomst en Marian is moedig, ze wil naar buiten met het mooie weer, en we lopen door de tuin van het ziekenhuis. Marian naast haar kinderen van 19 en 17 jaar.

Als we in de auto terugrijden zet Laurens een CD op. Ik hoor Gronings, Ede Staal, en het is net of vader Enno bij ons in de auto zit. Ik word er stil van, tranen gaan over de wangen. "t Het nog nooit, nog nooit zo donker west, of t wer altied wel weer licht". De rustige stem, het dialect, Ede Staal, jong overleden aan longkanker, weet als geen ander de liefde voor het Gronings en het Hoogeland als troubadour en verteller aan ons over te brengen. Prachtig. Ede vertelt het verhaal over 't sniedboonmeulentje. We moeten allemaal lachen. Ik zie het zo voor me: "Enno, draai jij de bonen?" Mijn vader deed het graag, het was zijn lievelingseten, maar hij was kieskeurig, ze moesten zacht zijn, met suddervlees en peertjes.

Thuis haal ik de snijbonenmolen van Koert zijn opa voor de dag, eens kijken of hij lekker draait, zondag maar op het menu. Door de hoosbuien, zie ik de zon doorkomen…

Jozien