Werner en Arno Kuip in hun nieuwe melkveestal op Zuidhaffel.
Werner en Arno Kuip in hun nieuwe melkveestal op Zuidhaffel. Foto: Gerard Timmerman

"Melkveehouderij moet in balans zijn"

"Een melkveehouderij moet in balans zijn. De oppervlakte grond, de stalgrootte en de beschikbare menskracht. Als je gezonde koeien hebt, voldoende schaalgrootte en efficiënt werkt, dan kun je met beperkte arbeid veel aan."

Arno en zoon Werner Kuip, melkveehouders op Zuidhaffel, kunnen veel koeien aan. Hadden ze op hun vorige boerderij Kilstee in Waalenburg niet lang geleden nog 100 stuks melk- en jongvee, nu melken ze 193 koeien, met daarnaast 100 stuks jongvee. Een nieuw bedrijf, waarin fors is geïnvesteerd. Met een uitgekiend bedrijfsplan, waarbij maximaal wordt ingezet op dierenwelzijn. Maar er moet natuurlijk ook gewoon geld worden verdiend, want zonder inkomsten gaat het niet. "Je maakt een plan, maar het moet altijd nog wel gebeuren. We staan er van te kijken dat het zo geweldig is uitgepakt. De basis ligt er, nu nog de puntjes op de i."

Positieve en optimistische geluiden, vanuit een sector waarover de berichten niet altijd even rooskleurig zijn, denk maar aan het fosfaatplafond en de samenhangende problematiek. Arno en Werner laten zich niet gek praten: "De melkveehouderij heeft altijd al bedreigingen gekend, ook toen mijn vader en moeder zestig jaar geleden van start gingen met hun bedrijf. Kleinschalig, met geld dat ze bij elkaar hadden gespaard. Moet je kijken wat er nu voor een bedrijf staat." Indrukwekkend is niet overdreven. Een koeienstal van 2800 vierkante meter, die voldoet aan de modernste (milieu-)eisen. Een geïsoleerd dak, die de stal koel houdt, zachte matrassen in de ligboxen voor de koeien en rubber vloeren om de hoeven te ontzien en veel ruimte, lucht en licht. De vloer die elke veertig minuten wordt schoongeveegd door een mestrobot, een andere robot zorgt er voor dat het ruwvoer, dat de dieren al kauwende wegduwen, weer netjes bij elkaar wordt geveegd. Drie melkrobots staan dag en nacht ter beschikking van de dames, gemiddeld maken ze er 2,9 keer per etmaal gebruik van. Arno: "De koeien waren er snel aan gewend, nu wij nog." Dat is lichtelijk, maar niet helemaal overdreven: Werner: "Op Kilstee deden we veel landwerk zelf, maaien, schudden, etc. Hier hebben we ons gespecialiseerd in dierenverzorging. Op een bepaald moment word je zó groot, dan moet je bepaalde werkzaamheden wel uitbesteden. De mechanisatie voor het land bouwen we af, dat werk besteden we uit."

Veel van het werk in de stal gebeurt volautomatisch, het zware werk, maar ook administratieve zaken. De voer- en andere computers produceren per koe een waslijst aan gegevens. Informatie die de boer verplicht moet bijhouden en/of die nodig zijn voor de bedrijfsvoering. Registratie, dekkingen, hoeveel voer er in gaat, hoeveel mest er uit en ga zo maar door. Zonder computer is zo'n bedrijf niet meer te runnen. Arno (52): "De automatisering is Werner (26) z'n afdeling."

Waalenburg

Toen ze anderhalf jaar geleden van start gingen op hun nieuwe bedrijf, sloten ze een bewogen periode af. Arno: "In 2006 kreeg ik de eerste brief over de plannen voor natuurontwikkelling in Waalenburg. Eerst dacht ik: het zal mijn tijd wel uitdienen. Maar in 2008 diende Werner zich aan als bedrijfsopvolger. Prachtig, want opbouwen is veel leuker dan afbouwen." Maar de plannen voor Waalenburg waren wel een kink in de kabel. "Alles stond stil. Wel zijn we met melkrobots gaan melken. We dachten: als we gaan verhuizen, dan nemen we die mee. De buren zagen we één voor één vertrekken, maar wij bleven zitten. We wilden graag op Texel blijven." De kans om te verhuizen diende zich aan toen dit bedrijf van Kees en Maria Witte vrij kwam. In de woonstolp is de koeienstal nog te herkennen. "In 1860 hadden ze hier vier koeien, drie pinken en een paard op stal." Tijden veranderen.

Nadat de locatie bekend was, is het snel gegaan. "Met Natuurmonumenten, de provincie en de gemeente waren we er snel uit, het is allemaal goed geregeld. Jaap Bond (de gedeputeerde) heeft zich er maximaal voor ingezet om het te laten slagen. Ik heb hem laatst nog een bericht gestuurd om hem te bedanken, gezegd dat het ons goed gaat en hem veel succes gewenst met de inrichting van 'zijn' Waalenburg."

Dierenwelzijn

Een nieuwe melkveehouderij, waarover tevoren goed is nagedacht. "We wilden een bedrijf opzetten dat tegen een stootje kan. Waarbij grondoppervlakte en stalcapaciteit met elkaar in evenwicht zijn." Wel met ongeveer drie keer zoveel koeien als op Kilstee. Werner: "We hebben zwaar ingezet op dierenwelzijn. Als je gezonde koeien hebt, dan heb je daar weinig werk aan. En met de trekker gooi je net zo makkelijk voer voor 60 als voor 180 koeien." Dankzij een kavelruil kregen ze een flinke lap grond dicht bij de boerderij. "Hier 45 hectare, de overige 60 is in de buurt en aan de andere kant van Den Burg. We zijn heel blij dat we het land van onze buurman Piet Veeger mogen gebruiken."

Melkquotering

Er werd lering getrokken uit ervaringen in het verleden. Arno: "Ik heb in 1983 meegemaakt dat de melkquotering kwam. Door omstandigheden pakte de referentie voor ons toen teleurstellend uit. Daar hebben we dertig jaar last van gehad. We wilden naar een grote stal en om bij de fosfaatnormering niet hetzelfde mee te maken, zijn we op Kilstee al vroeg koeien gaan sparen. In elke boet en schuur stonden dieren en we hebben nog een stal bij gehuurd. Daardoor hadden we op de referentiedatum van 2 juli 2015 al een bijna volledige bezetting. Daardoor hebben we de stal nu nagenoeg vol."

Een bedrijfsontwikkeling in een periode dat de melkprijs flink is gedaald. Arno: ''Een enorme investering, maar dankzij de schaalgrootte is de kostprijs gemiddeld laag en ook dankzij de automatisering redden Werner en ik het hier met beperkte arbeid. De prijsdaling door hogere productie hadden we wel een beetje zien aankomen, de Russische boycot niet. Maar voor ons pakt het goed uit. De gezondheid van de dieren is gestegen, evenals de melkproductie per koe, in anderhalf jaar tijd van 8.000 naar 9.300. Het gaat zo goed, dat ik het gedoe in Waalenburg alweer bijna ben vergeten." Het eind is nog niet in zicht. Werner: ''We willen over de 10.000 heen. Maar wel gepaard met gezonde dieren, de verhouding moet kloppen."

Gerard Timmerman