Jozien Meegenomen….

Hij groeide op als zoon van een schapenboer, onder de duinen van Den Hoorn. Een heerlijke jeugd, struunen in de duunen. Een vrij gevoel, tussen de konijnen, fazanten, en vooral natuurlijk de Tesselse schapen. Vaak ging hij mee met zijn vader, die altijd de weg wist al was het aardedonker. Hij was een met zijn gebied, kon vertellen waar de holen van de konijnen zaten en wist met groot respect voor al wat de natuur hem schonk om te gaan. Een biotoop waar de mens deelneemt in zijn mooiste vorm. De grazende schapen met de herder, een mooi plaatje. Het was dan ook niet verwonderlijk dat deze zoon, die onderwijzer werd, en zich inzette in de Tesselse politiek, aanstoot nam aan de oprukkende beperkende regelgeving. Hij vreesde dat de Tesselaar vrijheden zou gaan verliezen. En dat was een gegronde vrees, hij had visie, ook op langere termijn, en was bang dat het waardevolle, eigenlijke Tesselse verloren zou gaan. Hij bedacht een plan, een naam, en noemde het Kleinschalig Historisch Medegebruik, en ging er letterlijk en figuurlijk de boer mee op. Het was een goed plan, hij kreeg voeten aan de grond. Het werd opgenomen in de Waddenzeeverklaring. Het is een erkenning dat bewoners van het Waddengebied een belangrijk deel van hun identiteit, manier van leven en hun welbevinden ontlenen aan de omringende natuur. Er moet dus rekening worden gehouden met de belangen van de burgers. Het werkt in het voordeel van de natuur als banden met de leefbaarheid niet worden doorgesneden. Dat is en blijft een feit in de wondere wereld waarin we leven. Niet iedereen is deze mening toegedaan, en dat is jammer, vroeger was heel Texel ons werkgebied, nu zijn we doorgeslagen in de andere richting. Deze week werd in het plan vernieuwing dijken, het strandje gelegen bij Ceres, voor bezoekers, zwemmers, moeders met kinderen , etc. niet meegenomen. Al sinds mijn vroegste jeugd zwem ik op dit heerlijke vlakke strand. Eerst met mijn vader die zich neerzette op de dijk en toekeek, later met onze eigen kinderen, vriendjes, vriendinnetjes. Een ideale plek, waar ze zwemmen leerden en vertrouwd werden met de zee, schelpen zochten en torens bouwden. Een groot welbevinden. In het Natuurbeleidsplan van het Rijk moet er gekeken worden naar de drie E's: Economische functionaliteit, Ecologisch leefmilieu en moet het Esthetisch waardevol blijven. In mijn beleving voldoet het strandje, de dijk aan zijn waterkerende functie, is het een goed leefbaar milieu voor alles wat leeft in en op de zeebodem, het zeewater, de vogels. En blijft het karakteristiek in zijn uiterlijke vorm. Maar waar is nu de toepassing van het ondertekende akkoord? Waar is ruimte en vooral leefbaarheid voor ons als bewoner, als deelnemer van onze eigen natuur. Waar maken wij onze eigen kinderen weer deel, lopen we hand in hand, net zoals de schapenboer? Waarom is dit niet meegenomen? Niet behandeld? Weggelaten? Het meeste respect en liefde voor je omgeving creëer je door deel te nemen.