Ontheffing te laat

Een proef die de EOD en een dierenarts in januari wilden uitvoeren nadat de potvissen bij paal 12 waren gestrand, is misgelopen doordat een ontheffing te laat werd getekend.

Dat blijkt uit de evaluatie van de stranding van de potvissen op 12 januari. Bedoeling was via een naald een kleine lading springstof bij een inmiddels overleden potvis in te brengen om gericht het hart uit te schakelen. Het ging om een nieuw ontwikkelde methode om gestrande walvissen te kunnen euthanaseren als redding geen zin meer heeft. Dat staat ook zo beschreven in het protocol voor de omgang met gestrande walvissen. De nieuwe methode was al beproefd op dode runderen, maar nog niet op een dode verse walvis. De stranding op 12 januari was volgens de evaluatie voor de Explosieven Opruimingsdienst Defensie een buitenkans om te oefenen, vooral omdat het tijdstip van overlijden van de vijf potvissen bekend was. De proef moest snel plaatsvinden, omdat binnen een paar uur de ontbinding al zou beginnen en dan zou de proef geen betrouwbaar resultaat meer geven. De toestemming kwam echter te laat. Er werd nog wel geoefend, maar alleen met het inbrengen van een naald in het kadaver. Volgens de evaluatie kan bij een volgende keer op basis van de verleende ontheffing alsnog worden geoefend met springstof bij het hart van een net overleden potvis.