De appel……

We zijn in Portugal, een mooi land. We zijn verbaasd over zoveel onbekende natuur. De oceaan, de rotsen, de muziek, het eten, een geheel eigen originele geur en kleur. "Zullen we wat mooie kaarten kopen voor het thuisfront?" Mijn oog valt op een oud rimpelig mannetje, hij heeft een pet op, is getaand door de zon, hij lacht en knipoogt, in zijn mond nog een paar overgebleven tanden en….. een vis. In beide handen houdt hij ook glanzende verse vis omhoog. Ik zou ze zo van hem willen proeven. Vis met liefde aan de man gebracht, zo uit zee, met zorg klaargemaakt, verleidelijk. Vlak voordat we met de grote vogel naar het mooie land vlogen, deed manlief mee met zijn vriend aan de rookwedstrijd die jaarlijks vele culinaire hoogstandjes om de kerk ten toon spreidt in de sliptong en rode poon. Ja, er is geoefend. Met de verschillende soorten hout het vuur stoken, de thermometer in de kast, en de vis op een bepaald stekkie gevangen, en met liefde zeer zorgvuldig schoongemaakt. Ik loop meestal een rondje, leuk om de rokers bezig te zien, ieder op zijn manier, familieleden met een rookkast waar geen vliegen in kunnen komen als ze hangen te drogen. Piet de meesterroker had vorig jaar een kwastje met olie, "dan glanzen ze mooi Jozien." Alle tips zijn meegenomen, dat snapt u. Dit jaar hebben Werner en Frida het boerengerief mee van Harkebuurt. "Jozien, ik wil de boeren en de visserlui graag bij elkaar brengen, luuster es". Hij komt naar voren met verschillende manden en materialen. "Dut is hooi met madelieven uut de meimaand, met de zeis eigenhandig gemaaid en dut is schors van een hele oue beuk van ons erf, dat moet voor de smaak ffies op het vuur." Hij husselt de stukjes schors door zijn eeltige knuisten en lacht met een schuin oogie. "En weet je weerom Frida nou nog altied bij mee is?" Dat komt door die boom, onze boom, mijn beuk, de beuk van Dros, die heeft magische krachten, de vis smaakt sappig, is een genot in de mond, hemels". Ik moet lachen: "We gaan het zien meesterverteller, hier voor onze kerk, je weet hoe het afliep toen Adam en Eva aten van de verrukkelijke boom?" Als we bij de prijsuitreiking zijn, is het een gezellige boel, er wacht ons een heerlijke maaltijd, en iedereen is nieuwsgierig natuurlijk. "Een grote verrassing", roept Cor en alle ogen zijn gericht, "de man die voor het eerst in zijn leven ponen rookte is winnaar in die categorie". Het zal toch niet waar wezen, ik schiet in de lach, ja hoor, Frida en Werner, prachtig. Hij knikt: "Zie je wel, het komt door die boom". De winnaar om de Arie Ellen bokaal gaat met voorsprong naar Ruud, ja hij is al jaren een vakman op dat gebied, Piet Beuving wordt derde, en tot grote vreugde hebben Kerrie en manlief de tweede prijs." Zo", komt de boer naar ons toe: "en wat is jouw geheim?" vraagt Werner nieuwsgierig. Manlief lacht en steekt een stuk saté in zijn mond: "Vraag dat maar aan Jozien, De appel valt niet ver van de stam misskien……"

Jozien