Wat ik zeggen wou

Springende honden

Als ik ga hardlopen, passeer ik regelmatig u en uw honden. De honden lopen los. Dat vind ik fijn voor ze. Honden zijn gezelligheidsdieren. Als niemand ze tegen houdt, rennen ze kwispelend op je af en springen tegen je op. Zeker als je dicht langs ze rent, zoals op de paden op de Hogeberg of in de branding op het strand. Vanochtend vroeg rende ik 4 kilometer, en werd ik onderweg 4 keer besprongen door een enthousiaste hond.

Nu vind ik honden leuk om naar te kijken, maar niet om aan te raken. Ik ben er namelijk erg allergisch voor. Als ik ze aanraak krijg ik pijnlijke blaren op mijn huid. Dus ontwijk ik ze als ze op me af komen gerend. Dat snappen honden niet. Ze gaan er nog harder hun best van doen om contact te maken. Dus ga ik, licht in paniek, onhandig hun gespring ontwijken om hun poten, en dus blaren, te voorkomen. Paniek vinden honden niet leuk. Sommige gaan er van grommen. Er hapte er al eens een in mijn been. 'Hij doet niks!' of 'Hij wil alleen maar aandacht! Als je 'm een aai over z'n bol geeft, houdt ie op!' roept de eigenaar me dan toe.

Maar ik wil helemaal geen aandacht schenken aan een hond. Ik wil geen hond over zijn bol aaien. Ik wil gewoon geen blaren op mijn huid. Ik wil gewoon hardlopen. En ik wil dat kunnen doen zonder steeds uw kwispelende lobbes te moeten ontwijken.

Ik gun het uw hond van harte los te lopen. Maar kunt u er dan voor zorgen dat uw hond mij met rust laat en dat ik óók los kan lopen? Mijn dank is groot.

Judith Ploegman