Imme Dros maakte op Open Monumentendag indruk als Aagje Luytsen. Links haar vader Lodewijk Dros als predikant Coninxvelt.
Imme Dros maakte op Open Monumentendag indruk als Aagje Luytsen. Links haar vader Lodewijk Dros als predikant Coninxvelt. Foto: Gerard Timmerman

Aagje Luytsen "de zonde waard''

Aagje Luytsen, de vrouw die ontroerende brieven schreef naar haar man Harmanus Kikkert, officier op een VOC-schip, was weer even terug. Zaterdag, op Open Monumentendag tot leven gewekt door Imme Dros, dochter Lodewijk Dros, die in de huid van de in ongenade gevallen predikant Daniel Coninxvelt was gekropen.

Een kerk vol "gajes, dagloners en andere sukkels die hadden aangemonsterd'', zoals Dros het publiek in de kerk omschreef, voer mee op de zeereis die Coninxvelt maakte op de driemaster "Grootebroeck", op een lange reis naar Batavia. Of ze ooit het eiland weer zouden zien, was nog maar de vraag. ''Zes op de tien kom nooit terug'', hield de predikant zijn gehoor voor. Een mooi uurtje historisch theater door Lodewijk en Imme Dros, beiden in historisch kostuum, zij ingetogen, hij gebarend en met stemverheffing.

Coninxvelt, moet het zwaar gehad hebben bij het bieden van troost aan lijders aan scheurbuik, malaria, vlektyphus, verminkingen en andere onheil. Bovendien: dit ruwe scheepsvolk zat niet te wachten op een stichtelijk woord van ziekentrooster, volgens Dros een "dominee-light'' die het liefst de kantjes er van afliep en bijscharrelde met illegale handeltjes. En, als we de praatjes mogen geloven, ook een schuinsmarcheerder die regelmatig ''het gist op de neus'' had. Van de kerkliederen werd je in die tijd niet vrolijk. Dros had zangers van het Mannenkoor zover gekregen dat ze Psalm 103 uit 1659 zongen. Schreeuwzang, op hele noten. De zangers gaven vol gas. Het kerkvolk deinsde er bijna van achterover, het was mooi van lelijkheid. Dros had geregeld de lachers op zijn hand. Zoals bij het voorstellen van zijn dochter. ''Dit is Imme. Ze is huwbaar. Het is een hille beste!'' Wie weet, in haar prachtige kostuum was Imme als de reïncarnatie van Aagje Luytsen een beeldschone verschijning. ''Ze is de zonde waard'', werd gefluisterd.

Testosteronbommen

Op ontroerende wijze las ze voor uit de brieven die ze schreef aan haar "Kikkertje lief''. "Zeer waarde en geachte teer beminde lieve man en voor altoos uijtverkooren tweede ziel en schat.'' Zo nam ze haar gehoor al zwaaiend met haar ganzenveer mee in de achttiende eeuw. Een tijd waarin ze haar slep, zoals ze de man naast wie ze graag sliep noemde, lange tijd moest missen. Hoe ze zich als jonge vrouw "gekooid'' voelde in Den Burg en zich grote zorgen maakte over haar man. Zijn gezondheid, maar ook of hij aan wal "geen malligheid'' zou uithalen. Schepen waren in die tijd immers ''varende testosteronbommen'' Ze had gehoord over Balinese vrouwen die voor een grijpstuiver te koop waren. Zou hij er iets aan overhouden, het scheepsvolk werd immers vaak getroffen door "kwalen van Venus en Mars''. Het eerste zijn de geslachtsziekten, het tweede verwondingen door gevechtshandelingen. Anderzijds, zo schreef ze, hij kon wel verzekerd zijn van haar trouw. En met elkaars liefdeskwalen die zich tijdens zo'n gedwongen celibaat van anderhalf jaar manifesteerde, wisten zij immers wel raad.

Betraand briefpapier

Menig luisteraar kreeg een brok in de keel ten Aagje die ene brief voorlas, waarin ze schreef hoe "haar hart was overstemd door droefheid''. Hoe de kleine Klaasje, nog geen jaar oud, aan de kinderpokken was gestorven. Ontroerende woorden, geschreven met ''bevende hand op betraand papier''.

Uiteindelijk waren drie van hun zes kinderen gestorven. ''Op het gebied van de kindersterfte was het bepaald geen Gouden Eeuw'', besloot Imme. De collecte die zij en haar vader naar afloop hielden, komt ten goede aan een gezondheidsproject in Ethiopië, waar de studente Geneeskunde binnenkort naar hoopt af te reizen. ''Geef gul'', drukte Dros sr. het kerkvolk op het hart. ''God ziet wat u in de zak gooit.'' Het werkte, de opbrengst voor Stichting Wondem Ethiopië was €711,85. ''Wee bennen deer groos en blied mee.''

De voorstelling werd in stijl afgesloten met het "Tessels Halleluja'', een door Lodewijk geschreven hommage aan zijn vroeg overleden vader, de opa van Imme.

De brieven van Aagje Luytsen zijn te lezen in de Oudheidkamer in Den Burg.