Dirk Bakker, bijna 75 jaar, maakt nog vrijwel dagelijks een ritje op de racefiets. Hij verricht het startschot van de Ronde van Oudeschild.
Dirk Bakker, bijna 75 jaar, maakt nog vrijwel dagelijks een ritje op de racefiets. Hij verricht het startschot van de Ronde van Oudeschild. Foto: Gerard Timmerman

Wielerveteraan is niet te stoppen

Vrijwel elke dag stapt Dirk Bakker uit Oudeschild op de racefiets voor een rondje over Texel. Tijdens een tussenstop op de Koger braderie meldt hij zich bij de bakker. Hij hoeft niets te vragen, de dames kennen zijn vaste recept: appelbeignets. Zaterdag 27 augustus verricht hij het startschot van de Ronde van Oudeschild.

Op appelbeignets kun je ver komen. Deze veteraan die bijna de 75 jaar aantikt moet in zijn leven de wereld al heel wat keer zijn rondgefietst. ''Mijn eerste racefiets kocht ik als jochie van Jan Hopman. Hij had hem nieuw gekocht, maar nooit wat mee gedaan. Ik zie hem daar nog in de balken hangen. Het was een Joco, toen een bekend merk. Je had toen de Ronde van Zuidema, van Oost, Eierland, De Waal en Den Burg. Het waren leuke wedstrijdjes. Je had allerlei soorten renners. Buffelaars, zoals Sjors Jimmink. die ging vanaf de start meteen vol aan weg. Op het laatst was hij kapot. En je had Wim de Boer, toen al een ouwe rot in het vak. Hij reed slim en won veel. Ik kon aardig meekomen, maar werd nooit eerste. Met de tussensprint won ik wel eens een premie, een worst of zo. Wielrennen leefde toen best, er stond veel publiek langs de kant. Mijn hele familie natuurlijk.'' Echtgenote Will, een meisje nog, was ook toeschouwer. Hadden ze toen al verkering? Zij: ''Néé, maar Dirk had een mooie kop met zwart haar.''

In 1970 werd hij lid van de wielervereniging, waar hij het in 1975 tot clubkampioen schopte. ''We reden toen rondjes over de Hogeberg, bij het Waterweggetje omhoog. Met een groepje Oudeschilders hebben we ook een ploegje gehad.'' Hij pakt de foto (onderaan) erbij, waarin team Westerlaken, gesponsord door de plaatselijke fietsenmaker, poseert. Links zijn twee zonen Alfred en Barend, Theo Boom, Jaap Kuiper, Dirk en Willem Keijzer. ''Barend en Alfred vonden fietsen ook leuk. We hebben samen heel wat ritten gemaakt. Toeren heb ik altijd het mooist gevonden. In 1980 ben ik overgestapt naar Toerclub Taxi 2000. Ik heb tien keer Vaals-Texel gereden, tien keer de Elfstedentocht en een hoop klassiekers gedaan. De Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Amstel Gold Race. En Parijs-Texel. Met Kees Ran en Leen van Elk in de bezemwagen. Eén keer bleef het maar regenen. Toen hadden we veel lekke banden.'' Op de CV ook de vredesrit Wageningen-Texel, de nachtelijke tocht met het bevrijdingsvuur die hij in 1995 reed. Daarnaast een paar etappes van de Tour de France, met zoon Barend. ''Barend wilde afstappen, maar toen zag hij Truus Witte en Willem Kuiper langs de kant staan en is hij toch maar doorgefietst.''

Maar het bleef niet alleen bij fietsen. ''Als ik vrijdag van de kotter kwam en gegeten had, dan was het donker en kon je 's avonds geen rondje meer. Toen ben ik begonnen met hardlopen. Jan de Vries was toen recreatieleider en gaf trainingen in het bos. We begonnen dan bij Van den Berg van Dennenoord. Op een gegeven moment ging moeders ook mee.'' Will: ''Ik liep net lekker toen ik zwanger werd en moest afhaken.'' Dirk: Het was gezellig, iedereen deed mee. Ik liep alle zomers alle zondagen de crossloop van De Koog. Later, toen ik bij TESO werkte, liepen we tijdens een onderhoudsperiode ook in de pauze. Dan gingen we met Dirk Vinke, Dirk Kuiter en nog een man of wat hardlopend naar De Mok heen en weer.'' Dirk liep menig halve marathon, zijn snelste tijd lag rond de 1.18 uur. Ook liep hij eens een hele marathon. ''Die van Apeldoorn, een heuvelachtig parcours. Ik liep hem in drie uur, een minuut en nog wat seconden. Dat was best snel. Tot 35 km ging het prima, daarna zakte ik in elkaar. Mijn doel was om vóór Daan Welboren, die heel snel was, te eindigen. Dat is gelukt.''

Drie keer reed Dirk de Elfstedentocht en tien keer de Alternatieve op de Weissensee. '''De laatste (echte) Elfstedentocht was het zwaarst. Van Harlingen naar Dokkum honderd kilometer met windkracht zeven tegen. Dat was een mooi taai stukkie. Toen waren Willem (Keijzer) zijn ogen bevroren. Barend heeft twee keer de Elfstedentocht gereden, Alfred één keer.'' Dirk deed ook combinaties. ''De wintertriatlon in Assen, eerst 21 km lopen, dan 100 km fietsen en ten slotte 100 rondjes over de ijsbaan.'' Met de conditie zat het goed. ''Die 21 kilometer liep ik in anderhalf uur, ik was toen de vijftig al gepasseerd. De laatste keer eindigde ik vóór Jan Roelof Kruithof, de marathonschaatser. Hij trainde in de koelcel.''

Sporten heeft er bij mij altijd ingezeten

Een man die zóveel aan het sporten is, destijds naast het gewone werk, ziet die zijn gezin nog wel eens? Will: ''Dirk nam de jongens gewoon mee te sporten en ik stond met de tas langs de kant. Zondagochtend fietsen op de Hogeberg was héél gewoon. Maar er was in het weekend evengoed tijd om bij mijn vader en moeder langs te gaan en om even een te vissie bakken. Dat hoorde er gewoon bij.''' Dirk: ''Sport heeft er bij mij altijd in gezeten, ik heb het altijd prachtig gevonden. Toen ik bij TESO werkte ging ik met de bus heen en na het werk leverde de bus mijn tas thuis af. Ik ging lopend terug. Anders kwam ik niet aan mijn trainingsuren.''

Fietsen doet hij nog steeds, vrijwel dagelijks. Maar 's morgens eerst met moeder de vrouw op stap, voor een wandeling. Will: ''Dirk heeft mij zover weten te krijgen. Ik moet flink doorstappen om hem bij te houden. Maar dankzij al die beweging ben ik wel dertig kilo kwijtgeraakt. 's Middags is Dirk vrij en kan hij lekker zijn gang gaan.''

Afbeelding