Nieuw bestuur STIFT dringt eigen kosten van organisatie fors terug

Het bestuur van toeristisch investeringsfonds STIFT heeft de eigen kosten van de stichting sinds 1 juli 2015 omlaag gebracht.

Dat blijkt uit het jaarverslag dat gisteren werd gepresenteerd. Onder het vorige bestuur, dat op 30 juni 2015 aftrad, waren de overheadkosten opgelopen tot 23 procent. Het percentage staat volgens het huidige bestuur nu op 2,5 procent, terwijl het volgens afspraken tussen STIFT en gemeente maximaal tien procent zou mogen zijn. Volgens voorzitter Nel Eelman doet het huidige bestuur (Eelman, Jan Frederici en Marius Kikkert) veel onderzoek naar aanvragen zelf. Onder het vorige bestuur deed het secretariaat dat. Dat was een omvangrijk proces waardoor er tijd in de behandeling ging zitten. De verschillen zijn terug te lezen in de accountantsverklaring. De operationele kosten bedroegen in de eerste helft van 2015 €46.168,- en in de tweede helft van 2015 was het €3.213,-. Eelman wijst erop dat het vorige bestuur wel degene was die het wiel moest uitvinden voor STIFT en dat kostte tijd. "Maar het was omvangrijk en daardoor ook arbeidsintensief." STIFT heeft jaarlijks zo'n vier ton uit de toeristenbelasting te besteden en dat bedrag werd vorig jaar aan acht projecten toegezegd. Voor dit jaar zit er volgens STIFT nog geld in de pot, waardoor de termijn om aanvragen in te dienen is verlengd tot 1 oktober. Mensen die een aanvraag indienen, kunnen volgens de bestuursleden van te voren met hen contact opnemen om advies te in te winnen. De aanvragen worden later door het bestuur beoordeeld aan de hand van het Bijdragereglement van STIFT en de investeringsstrategie die de Raad van Toezicht en TOP vorig jaar hebben opgezet. De Raad van Toezicht is nieuw sinds juli 2015. Volgens Eelman werkt de nieuwe constructie goed. Het bestuur maakt keuzes, de Raad van Toezicht houdt toezicht en zo nu en dan sparren het bestuur en de Raad van Toezicht met elkaar.