Corrie de Jager en Rob Teisman aan boord van hun kajuitjacht Wantij. Dezelfde naam als die van hun woonstolp aan het Hogereind in De Waal.
Corrie de Jager en Rob Teisman aan boord van hun kajuitjacht Wantij. Dezelfde naam als die van hun woonstolp aan het Hogereind in De Waal. Foto: Gerard Timmerman

"Hier Wantij Texel voor havenmeester''

''Wantij Texel voor havenmeester'', meldt schipper Rob Teisman bij het uitvaren van de haven van Oudeschild. ''Wantij'' is de naam van het kajuitjacht waarmee hij met Corrie de Jager over de Waddenzee vaart, Texel de thuishaven van hun scheepje.

Bescheiden van omvang, fraai van vorm. ''Dáár ligt ie. Mooi klassiek, daar hou ik van'', vertelt een pleziervaarder op de steiger aan wie ik kort voor het uitvaren naar de ligplaats informeer. Gebouwd ergens halverwege de jaren zeventig, toen varend onder Duitse vlag, een naamplaatje in de kajuit herinnert er nog aan. Het is zaterdag, eindelijk komt het er van, een tochtje over het Wad aan boord bij deze twee oud-hoteliers. Alle voorbereidingen zijn al getroffen, het poetswerk, zeekaarten, de dieptemeter, de marifoon en andere nautische benodigdheden waarvan ik als landrot geen verstand heb. Op de motor de haven uit, hij achter het roer, zij op de voorsteven op de uitkijk. Tijdig waarschuwend als er een tegenligger komt, want remmen is er op het water niet bij. Eenmaal buitengaats wordt het zeil gehesen. Het uitwisselen van een paar woorden is voldoende, de rest is routine. Het waait niet hard, maar voldoende om met de stroom mee met een paar knopen in zuidelijke richting te varen. De motor zwijgt. Zeilen is ook genieten van de stilte, de ruimte en de rust. En van de koffie en de broodjes waarmee Corrie uit het vooronder komt aanzetten. Goed gastheerschap gaat nooit verloren. Ik krijg een spoedcursus zeemanschap. Zeilen doe je met hulp van de wind en door mee te drijven met het tij. Dat je als zeiler voorrang hebt op motorvaartuigen, aan welke kant van de boeien je moet blijven, diepgang, hoe snelheid zich verhoudt tot de lengte van de boot en waar het water ''Gat van de Stier'' de naam aan te danken heeft (De Stier was een vaartuig dat Defensie er heeft laten afzinken). En niet te vergeten het wantij. Wantij is niet alleen de naam van hun boot, maar ook van hun woonstolp aan het Hogereind. Ooit een boerderij, in 1872 gebouwd door Jan Jacobsz Roeper, zelfs nog een tijdje melkfabriek. De stolp kende veel eigenaren, onder wie loonwerker Karel Zoetelief. En alweer enige jaren wonen Rob en Corrie er. De naam Wantij vraagt enige uitleg. Wantij is het gebied waar tijdens vloed de beide getijdestromen samenkomen die zich via de zeegaten aan weerszijden van het eiland naar het gebied tussen eiland en kust bewegen. Rob: ''Op die plek komt het water tot stilstand en bezinkt het meeste slib. Zo ontstaat door het wantij een ondiepe zone. Bij Texel zijn dat de Schorren.'' Wantij heeft ook een diepere betekenis. Corrie: ''Het gaat over mensen, zoals Rob en ik. Die bij elkaar komen, met al onze verschillen kom je samen tot allerlei dingen. Zaken die bezinken, net zoals het slib uit de twee stromingen die op het wantij bij elkaar komen.''

Terwijl ik die diepe gedachte op me laat inwerken, varen we verder. Op zee lijkt alles ver weg, hier geen hectiek. In de verte tientallen zeiltjes, Balgzand en Wieringen. Dan wordt het tijd om terug te keren naar de thuishaven. Langs de drijvende mosselkweekvelden en manoeuvrerend langs de zandbanken van De Bollen waar menig pleziervaarder is vastgelopen. De wind laat het wat afweten, om het tempo wat te verhogen schakelt Rob de motor bij. Zodat deze eilandjournalist tijdens de namiddag nog een klusje kan doen voor de krant kan doen. Het eiland komt dichterbij, het is weer gedaan met de rust.

Gerard