Achter de schermen

Texel bruist van ondernemerschap. Deze week nog was ik op bezoek bij twee nieuwe initiatieven. De creatieve meubelmakers van het theehuisje en ik belandde in de escaperoom van De Zeven Provinciën. Het is me zowaar gelukt te ontsnappen, al werden op mij de regels wat soepeler toegepast. Een ander initiatief kwam van jonge boeren, die pasta maken. En zo gaat er bijna geen week voorbij met weer een nieuw initiatief of bedrijf.

Een telefoontje dat ik deze week kreeg, maakte mij attent op een heel andere activiteit: het kweken van wiet. Vrienden van de beller hadden op hun fietstocht over het eiland onmiskenbaar de lucht van wiet geroken. Het zou best eens kunnen dat het tussen de maïs wordt gekweekt, vertelde de beller. Gisteren was ik op de Landbouwdag. Gezellig, van alles te zien, er stonden ook vijftig kramen met Texelse producten. Ik ben langs de stallen gegaan, maar alles wat ik zag, van kaas tot bloembollen, gans, wol en artisjokken.

Maar nergens de geur van wiet. Tips moet je serieus nemen, zeker bij dit soort zaken gaat. Tijdens het fietsrondje dat ik dinsdagavond met een groep wielrenners over het eiland maakte, vroeg ik iedereen de neus in de gaten te houden en zodra iemand iets verdachts rook, mij een seintje te geven. Zelf snoof ik onderweg de geur van houtvuur, kruiden, dennen en mest, maar geen wietlucht. Ook de andere rijders bespeurden niets. Gevraagd naar de plek waar de lucht was opgesnoven, had de beller onder meer gezegd: nabij Oost. Ook daar heb ik de neusgaten extra wijd open gezet, maar wederom niets. Toen maakte iemand een opmerking: ''Bij de rotonde van De Waal.'' Toen ik er zelf langs reed, rook ik het ook. Of iets wat er op leek. De neus richtend, merkte ik dat het uit de schuur van Jan van der Haas kwam. Van hem weet ik dat hij keizerskronen teelt, beter bekend als stinklelies. Een geur die mensen wel vaker verwarren met wiet.