Beeld van bovenaf. Een fonkelnieuwe boot en een brug uit 1964.
Beeld van bovenaf. Een fonkelnieuwe boot en een brug uit 1964. Foto: Gerhard Smit/Videolux

Nieuwe boot contrast met stokoude brug

Al een kijkje genomen aan boord van de nieuwe Texelstroom? Ik wel. Wat een fantastisch schip! Ik heb op aardig wat veerboten gezeten. Maar een pont met een allure zoals dit schip heb ik niet eerder gezien.

Nergens heb ik ook ervaren dat het er zó efficiënt aan toe gaat als bij TESO. Ons kan het op- en afrijden natuurlijk niet snel genoeg gaan, maar wees er van verzekerd dat het elders allemaal een stuk langer duurt. Auto's, zelfs vrachtwagens moeten zelfs achteruit het schip af. Reken maar dat het veel tijd in beslag neemt. In de salon ben ik even op zo'n bankje gaan zitten, bij het raam dat zo'n geweldig uitzicht geeft. Lekker comfortabel en er is veel te zien, in de salon en daarbuiten. Ik vrees dat de dame die dat bandje inspreekt wel een wat strengere toon mag aanslaan om ons van boord te krijgen. Ik ging ook even naar het toilet. Dames en heren zijn nu naast elkaar. Ik stond net, toen ik een vrouwenstem hoorde. ''Zó, dat ziet er goed uit.'' Ik dacht even… Maar nee, ze bedoelde het interieur van het herentoilet, dat er inderdaad mooi uitziet. Voor wie gaat zitten: het schijnt dat je iets verder door de knieën moet, die Spanjaarden zijn nu eenmaal wat kleiner. Zaterdag, met al die aandeelhouders, was het vooral een Texels onderonsje. Eilandgenoten die ik al een poosje niet had gesproken, trof ik daar. Zoals dat vaker gaat op de boot. Locoburgemeester Hennie Huisman zei het niet altijd even plezierig te vinden dat ''iedereen iedereen'' op de boot tegenkomt. Jongens, een beetje vriendelijker voortaan tegen onze gemeentebestuurders. Vorig week mocht ik een tochtje mee met kapitein Jacob Kooiman. Man, wat hebben de stuurlui daarboven een uitzicht. Het ene halfuur, als ze richting Den Helder kijken, is het even doorbijten. Het andere half uur kijken ze naar de mooie kant: Texel. Het kan niet anders, of de tocht naar Den Helder kost ook meer brandstof dan deze kant op. Het eiland trekt immers als een magneet. Ze zitten daarboven overigens niet de hele dag naar buiten te staren, de ogen zijn met name gericht op de beeldschermen. Er hangen er nogal wat in die varende cockpit. Die visuele ondersteuning is broodnodig, want vanuit die hoge positie is het beneden allemaal ver weg en klein. Als je ze daar zo ziet manoeuvreren, krijg je groot respect voor die mannen. De beste stuurlui staan hier echt niet aan wal.

Varend naar Texel heb je een mooi uitzicht. Maar als je dichterbij komt, is er één dissonant: de haven. Gelukkig heb ik al plannen voorbij zien komen om het terrein meer aan te kleden, bij het TESO-kantoor zijn ze al volop bezig. Maar waar ik niets over heb gehoord, is de oude brug met die twee foeilelijke torens. Wat ziet dat er aftands uit. Met zo'n sjieke boot er tegenaan, wordt het contrast nog groter. Ik hoop niet dat onze gasten bij het binnenvaren er door die grote ramen te scherp naar kijken. Straks durven ze niet meer van boord. ''Daar kunnen wij niets aan doen, dat is van Rijkswaterstaat'', zei de kapitein. Daar heeft hij gelijk in. Ik hoorde Bob Bakker in zijn toespraak vertellen dat er in de moeilijke jaren zeventig stemmen opgingen om TESO te nationaliseren. ''Een zelfstandig bedrijf als TESO was alleen maar lastig.'' Stel je voor dat het zo ver was gekomen, met wat voor roestbakken zouden we dan nu hebben gevaren? Het minste dat RWS kan doen is de boel een kwastje geven.

Gerard Timmerman