''Zand aan westkust, duinen aan oostkant''

''Zand en duinen horen aan onze westkust, dijken aan de oostkust.'' Duidelijke stellingname van oud-dijkgraaf Jac. Dijt tegen de zandige buitendijkse versterking van de Prins Hendrikdijk.

In een brief aan hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier schrijft Dijt: ''Er zijn grenzen aan de "bouw" van natuur. Indien die ingrepen te rigoureus zijn wat betreft de morfologie van ons eiland. Die wordt verkracht door een kunstmatige duinenrij aan te leggen, waar een stoere dijk aan het zicht vanaf de Reede van Texel wordt onttrokken.'' De stelling dat de zandige dijk op Texel een ''breed maatschappelijke wens'' is, deelt Dijt niet. ''Ik moet de eerste Texelaar nog tegenkomen die het plan toejuicht. (…) Met dit plan gaat u echt veel te ver: de gevolgen zijn zeer ingrijpend voor inwoners en bezoekers. De nadruk van het zandgebied zal in de praktijk niet zijn: kustverdediging, maar: natuur. Hierbij zal maar zeer beperkt toegang zijn voor mensen, en al helemaal niet in het broedseizoen. Nu nog wordt de dijk veel gebruikt om er wandelend of fietsend van te genieten. Ik denk ook aan de kitesurfers in de luwe bocht bij Ceres, die bij mooi weer een kleurig schouwspel bieden. Als dit plan uitgevoerd wordt, is het uit met alle pret.'' Volgens Dijt begeeft HHNK zich op glad ijs. ''Niet te voorzien is, hoe de erosie van de zandige kust zich zal voordoen, in ogenschouw genomen de sterkte van de stroomgeul in de nabijheid. Door die stroomgeul beweegt zich vier maal per etmaal een kolossale hoeveelheid zeewater, en tijdens stormen weet niemand wat er dan gebeurt. In welk tempo zal die afslag zich voltrekken? Waar komt dat zand terecht? Denk aan de uitstroming van de gemalen Prins Hendrik en de Schans. Denk aan de havenmond van Oudeschild. Nu reeds moet daar regelmatig bagger worden verwijderd om de scheepvaart mogelijk te houden.''

''U kunt wel stellen dat u rekening houdt met onvoorziene uitgaven voor de komende 50 jaar, maar dan houdt u zich aan de wolken vast. De ervaring heeft ons geleerd, dat niemand zover vooruit kan kijken in een omgeving waarin je aan de grillen van de natuur bent overgeleverd. Wanneer de kosten van dit project hoger worden, is dit een onverantwoord voor risico voor het hoogheemraadschap.''

''Versterking aan de landzijde legt een bescheiden beslag op land dat nu in agrarisch gebruik is. Bescheiden, zeker wanneer we terugdenken aan de ruilverkaveling in de vorige eeuw. Toen zijn vele hectaren land toegevoegd door het dempen van de brede dijksloot, de molenkolk en de kreek in het land van wijlen de heer Fredrik Dijksen.