Opkomst en ondergang bunkers

Bedoeld als duizendjarige verdedigingslinie, hield de Atlantikwall maar een paar jaar stand. Van de vele bunkers bleven er maar weinig over. Over de bouw, het dagelijks leven op Texel in de oorlog en het verval van de linie gaat de ''Atlas van de oorlog op Texel'', door Paul Dijkstra.

Een vervolg op ''Duitse bunkers op Texel'' dat Dijkstra in 2015 publiceerde, waarin hij het ontstaan van de betonnen verdedigingsinie beschreef. Dit boek is een aanvulling en brengt ook het alledaagse leven tijdens de oorlog in beeld. Met als basis veel ''soldatenkiekjes'', afkomstig uit de verzameling van Dijkstra zelf, maar ook de kleurendia's die Kapitän-Leutnant en Inselkommandant Ernst maakten aan het begin van de oorlog, eigendom van Henk van Wijk. Anders dan in zwartwit ogen de beelden in kleur meer realistisch. Bovendien kon Ernst goed overweg met de camera. Zoals het beeld van de wapperende Nazi-vlag voor de huidige Lindeboom, destijds Inselkommandantur. De plaatjes tonen Duitse manschappen merendeels in ontspannen sfeer. Aan het sporten, met een biertje, met de kok of poserend voor een bunker. Niet de massieve bunkers van beton, die pas later zouden worden gebouwd, maar van hout. Wel gecamoufleerd.

Dijkstra beschrijft hoe op 19 mei '45 de eerste eenheden op het eiland kwamen, in de hoedanigheid van marine-eenheden en (bewapende) douane, die de strategisch belangrijkste plaatsen op het eiland bezetten. De douane moest vooral letten op spionage-activiteiten, strandjutterij en ongeregeldheden. Ook de Luftwaffe oriënteerde zich op het eiland. Ook twee compagnieën van de Marine Artillerie Abteilung 201, die het nog aanwezige Nedelandse geschut bezetten. Onder meer werden luchtafweergeschut in stelling gebracht. Na verlies van de Slag om Engeland, bereidde de bezetters zich voor op een aanval op de kust. Dijkstra putte uit veel bronnen en beschrijft de toenmalige situatie tot in detail. Zo bestond de bezetting van Batterij De Mok op 21 april uit twee officieren, twintig onderofficieren en 150 manschappen. De bewapening bestond uit drie 8,8 cm Flak (luchtafweer), twee 2 cm Flak en een aantal machinegeweren. In het boek ook een kopie van het originele ''Alarmplan Texel''.

De atlas beschrijft de opbouw van de verdedigingswerken. Zoals aan de Nordbatterie bij De Krim, de aanleg van prikkeldraadversperringen, hoe de jeugdherberg en boerenschuren werden gevorderd en barakken werden gebouwd voor huisvesting van de RAD (Reichsarbeitsdienst). Bij de afdeling in Pension Tatenhove bleek de gemiddelde leeftijd van deze rekruten erg laag, zo konden toekomstige soldaten op Texel alvast kennis maken met het wel en wee in het leger. De RAD hield in de duinen van De Koog oefeningen. De oorlog zelf ging op Texel lange tijd langs de soldaten heen. Voor de broodnodige ontspanning werd in 1940 het eerste Wehrmachtsheim ingericht, in een houten schuur waar nu Residentie Californië staat. Het werd al snel te klein, in april 1942 verhuisde het naar de Weverstraat. De verzorging gebeurde door zusters van het Duitse Rode Kruis. Waar Texelaars niet in de tot Sperrgebied uitgeroepen duinen en strand mochten komen, maakten de zusters daar wel menig uitstapje. In 1941 kwam van hogerhand bevel tot de aanleg van de kustverdedigingslinie ''Neue Westwall'' (de latere Atlantikwall) en nam de bunkerbouw grote vormen aan. Per kilometer zouden er gemiddeld 4,2 bunkers komen te staan. Uiteindelijk bleef het bij 'slechts' 1,8 bunkers per km. Dijkstra beschrijft ook het verval na de oorlog. Veel bunkers vielen ten prooi aan de zee, andere werden gesloopt. Een enkele werd als strandkiosk in gebruik genomen. Er staan ook nog aardig wat bunkers. ''Atlas van de oorlog op Texel'' telt 320 pagina's, met meer dan 550 foto's, illustraties en tekeningen. Mede dankzij een bijdrage van het VSB-fonds voor €22,50 te bestellen via www.atlasvandeoorlog.nl. Na 6 juni is het boek voor €32,50 verkrijgbaar.