1938: Vlnr. Jo Jannes (huishoudhulp), Rica en  Thijs Bakker, Elly Luyckx (3) en zus Gerda. Linksonder de omgekomen Anny Witte, boven Elly Luyckx nu.
1938: Vlnr. Jo Jannes (huishoudhulp), Rica en Thijs Bakker, Elly Luyckx (3) en zus Gerda. Linksonder de omgekomen Anny Witte, boven Elly Luyckx nu. Foto: collectie Elly Luyckx-Bakker

Georgiër redde onderduiker Spyk

Op 6 april, de ochtend na de opstand van de Georgiërs, reageerden de bezetters bliksemsnel. Elly Luyckx-Bakker zag als kind op hoeve Spyk bij Den Hoorn Duitse versterkingen door het land komen. De gebeurtenissen staan op haar netvlies gebrand.

In hun boek ''De Georgische Muiterij op Texel, april-mei 1945'' beschrijven Serge Blom en Rolf de Winter hoe vanuit Den Helder bij Ceres en de Mokbaai troepen aan land werden gezet. Elly Luyckx, toen negen jaar, zag ze komen. ''Bij de havensluis bij het dijkje van Alexanderhoeve stond een bunkercomplex. Ze kwamen over de dijk tussen de PH-polder en het Hoornder Nieuwland. Een lang lint door het land, dat marcheerde in onze richting. Wij wisten toen nog niet wat er aan de hand was. Toen ze dichterbij kwamen, vroeg mijn moeder glashard wat ze kwamen doen. De soldaten waren nog jong, een jaar of zestien, zeventien, en nogal nerveus. Ze richtten hun geweer, maar gingen daarna verder.''

Beelden die een onuitwisbare indruk nalieten. ''We zagen hoe tussen Spyk en Sint Anna iemand van een rijdende auto sprong. Het bleek Cor Kievits te zijn. Dat hoorden we van onze onderduiker Kees Witte, die bevriend was met hem. Kees was in het land aan het tunen (herstellen van tuinwallen). We zagen ze in het land praten. Niet lang, want Cor voelde zich op de hielen gezeten. Hij had ondergedoken gezeten en lang haar, wellicht om niet herkend te worden. Dat had ik nog nooit gezien. '' Kievits behoorde tot het groepje dat was opgepakt en één van de vier die wisten te ontsnappen. Tien anderen werden op de Mok gefusilleerd.

's Middags begonnen de beschietingen. ''We hoorde de granaten over onze hoofden gieren en inslaan in Den Burg. We zagen het branden, rook en stofwolken. Onze boerderij had twee stel wagendeuren, van mijn vader moesten we onder die aan de achterkant schuilen. Ik was die dag niet naar school, misschien was het 's morgens al te merken. Het was de eerste vrijdag van de maand en dan gingen veel rooms-katholieken naar de kerk. Ook de meiden van Commandeur uit Den Hoorn. Ze waren 's morgens lopend gegaan. Door de oorlogstoestanden konden ze pas tegen de avond terug. Toen ze voorbij kwamen, vroeg mijn moeder wat er aan de hand was. Toen hoorde ze dat Anny Witte was omgekomen.'' Ze toont het bidprentje van een mooie jonge vrouw. ''Anny was 23 jaar en de toren van de katholieke kerk op gegaan om te kijken hoe de versterkingen naderden. Daar werd ze geraakt. Anny was de zus van Kees Witte, onze onderduiker. Mijn moeder nam hem in een kamertje apart en vertelde het droeve nieuws. Kees wilde direct naar Den Burg, maar mijn ouders moesten hem tegenhouden.'' Wat ze ook nooit zal vergeten is de wagen die ze voorbij zag komen, met daarop lichamen van de Duitse soldaten die waren afgeslacht door de Georgiërs. ''De doden lagen op een platte wagen met van die Poolse ketjes ervoor. Afgedekt met een deken, hun laarzen staken er onder uit.'' Kees Witte had zijn leven vermoedelijk te danken aan een Georgiër. Dat was toen de bezetters een razzia hielden op Spyk. ''Het moet kort vóór het uitbreken van de Russenoorlog zijn geweest. Kees was ondergedoken om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen. Hij hielp op de boerderij en had een schuilplaats in een dubbele schoorsteen in het voorhuis van de boerderij (dat na de oorlog is gesloopt). Dat huis stond leeg en mijn moeder had een deel van de zolder gesloopt voor brandhout. Waarschijnlijk is hij verraden. De Duitsers omsingelden de stolp. Het was onder melkerstijd en mijn vader was met Kees de koeien aan het melken. We hadden een nichtje bij ons in huis, Annie Witte uit IJmuiden. De steden liepen leeg door de honger. Er stond een Georgische soldaat voor de deur. Ze rende erheen en hij liet haar door. Zo kon ze de mannen waarschuwen. Kees vluchtte naar zijn schuilplaats, mijn vader wist de melkemmer en het krukje weg te werken. De Duitsers gingen wel het voorhuis in, zagen de schoorsteen en keken door het gat in de zolder naar beneden. Maar ze zagen niemand en zijn vertrokken.'' Herinneringen van een kind in oorlogstijd, zoals ze ook nog weet hoe een Brits-Indische soldaat bij haar school, in de Waldhoorn, naar binnen keek. ''Hij had een donkere huid en een tulband op. Moeder had gewaarschuwd uit hun buurt te blijven.'' Toen fietsen werden gevorderd, kneep een Georgiër een oogje toe. ''Hij prikte met zijn vork in het hooi, vond de fiets en dekte die af met hooi. Onze Tilbury werd wél gevorderd en werd bij De Schans in de prak gereden. Spullen waren schaars. Toen bij Spyk eens een uit de koers geraakte V1-raket neerstortte, wist hun moeder buiten de bewaking om er een stuk canvas uit te bemachtigen. Dat spul was taai en ging als slijtlaag onder onze sokken.''

Dode Duitsers op een platte wagen met Poolse ketjes ervoor