Maria de Bruyn-Ouboter weet veel over het Stuart-geslacht, van wie bij Texel een schip zonk. Inzet Henriette Maria Stuart met haar dwerg.
Maria de Bruyn-Ouboter weet veel over het Stuart-geslacht, van wie bij Texel een schip zonk. Inzet Henriette Maria Stuart met haar dwerg. Foto: Gerard Timmerman

Boekenkast leert veel over herkomst japon

Over de herkomst van het wrak waaruit de japon werd opgedoken blijkt al veel bekend. Iemand die veel over de geschiedenis van de Stuarts weet is Maria de Bruyn-Ouboter. Ze schreef een boek over Henriëtte-Anne Stuart, dochter van Henriëtte Maria.

Boekenplanken vol heeft Maria over de periode van de Stuarts. ''Toen ik die boekenbanden van de Stuarts zag en ik keek naar het jaartal, toen dacht ik: hé, dat was die reis.'' Ze doelt op het konvooi van twaalf schepen waarmee Henriëtte Maria (1609-1669) de oversteek maakte naar Nederland. Een reis die tot doel had kroonjuwelen te verkopen en daarmee wapens te kopen en zo haar man, de Engelse koning Karel 1 (1600-1649), te redden. Die was verwikkeld in een burgeroorlog, een parlementaire en godsdienstkwestie. ''Ze had zo ongeveer haar hele hofhouding meegenomen. Ook ging ze naar het hof van Frederik Hendrik en Amalia van Solms, om haar dochter Mary als bruid over te dragen aan Willem 2, de Prins van Oranje. Haar hofhouding bestond uit hoog adellijke dames en heren.'' Eén van hen was Jean Kerr, gravin van Roxenburghe (circa 1585-1643), aan wie de japon wordt toegedicht. ''Zij was de gouvernante van prinses Mary in St. James Palace in Londen. Jean was al lang verbonden aan het hof, haar familie bezat een kasteel in Schotland, dichtbij de rivier Tweed: Floors Castle. Ze was streng katholiek, dat kon eigenlijk niet, want Karel 1 was protestant. Jean was een soort cadeau voor zijn vrouw, die katholiek was.'' Uit haar boeken leren we ook dat Henriette Maria gek was op dieren. ''Op schilderijen zie je haar met honden, vogels en zelfs een aapje. Ook een dwerg. ''Decadentie ten top. Net als dieren waren dwergen in die tijd modieus aan de Europese hoven.'' Sir Jeffrey Hudson (1619-1682) was haar favoriete dwerg, haar vertrouweling die haar overal begeleidde. Geen verzinsel, op een foto van een schilderij uit de biografie over Henriette Maria staat ze met de dwerg (''3 feet and 10 inches tall'') afgebeeld. Een catalogus over adellijke familiewapens toont een tekening van het familiewapen van de Stuarts. Maria houdt het naast een foto van de opgedoken boekenband, met daarop het wapen. Identiek.

Over het gezelschap dat op 23 februari 1642 aan boord ging van de Lion en elf andere schepen, is ook veel bekend. ''Henriette Maria had een enorme hofhouding. Die ging mee, kroonjuwelen, dochter Mary, dwergen, paarden, koetsen, koetsiers, kamermeisjes, pages, voetvolk en wat al niet meer. Alles werd meegenomen. Ook haar biechtvader, want ze werd altijd omringd door geestelijken.

Nauwlettend bestudeert deze Stuart-kenner uit Den Hoorn portretten uit die tijd. Zoals die gemaakt door Anthony van Dijck (1599-1641). ''Hij was beroemd om zijn stofbewerking. De wijze waarop hij satijn, zijde en kant afbeeldde, daar kun je veel uit aflezen.'' Een portret van Henriette Mary en Karel 1 toont de dwerg. ''Het lijkt een kind, maar als je goed kijkt zie je dat het een dwerg is.''' Ze bladert door een boek over 17-eeuwse kostuums, met daarin vergelijkbaar de wijde jurken zoals de japon die werd opgedoken. ''Leuk dat je uit schilderijen zoveel ziet over de geschiedenis.'' Ze wijst op de passage in de catalogus van Kaap Skil, waar staat dat wordt vermoed dat de jurk tot de Stuarts behoorde. ''Meer dan een vermoeden, gewoon waar. In brieven en archieven is hierover al zoveel vastgelegd. Fantastisch, het klopt allemaal als een bus.''