Paul Kikkert (rechts), die als kind de Georgiërs bevoorraadde, in het Russenbossie met auteur Rolf de Winter. Rechts gewonde Georgiërs na de de muiterij.
Paul Kikkert (rechts), die als kind de Georgiërs bevoorraadde, in het Russenbossie met auteur Rolf de Winter. Rechts gewonde Georgiërs na de de muiterij. Foto: Keesnan Dogger

Jong en oud bood Georgiërs hulp

In hun strijd tegen de Duitsers ontvingen de Georgische muiters veel steun van Texelaars. Hulp niet alleen van volwassen mannen, ook vrouwen en kinderen stelden hun leven in de waagschaal, zelfs nadat de Georgiërs in het defensief waren gedwongen en de Duitsers met snoeiharde represailles dreigden.

Voor hun boek 'De Georgische muiterij op Texel, april-mei 1945' spraken militair-historici Serge Blom en Rolf de Winter met diverse Texelse ooggetuigen. Toen het georganiseerd verzet van de muiters na de val van de Eierlandse vuurtoren op 21 april 1945 goeddeels was gebroken, leek de bereidheid onder de eilandbewoners om de overlevenden bij te staan alleen maar toe te nemen. Georgiërs verscholen zich op tal van plekken. Terwijl de Duitsers het leeuwendeel van Texel weer onder controle kregen, bleven het westelijk duinengebied met zijn uitgebreide mijnenvelden, De Slufter, De Muy en De Dennen levensgevaarlijke plaatsen die zij bij voorkeur meden. In deze gebieden doken veel overlevende muiters onder, vaak in ingenieus gecamoufleerde schuilplaatsen. Andere Georgiërs vonden onderdak bij boerenfamilies en verstopten zich in verborgen zolderruimtes, holen, kelders, bollenschuren en hooiklampen. De hulp van de Texelaars bestond niet alleen uit het heimelijk bieden van onderdak, de bevolking leverde ook voedsel, drinken en soms zelfs munitie, verzorgde gewonde Georgiërs en waarschuwde ondergedoken muiters voor Duitse troepenbewegingen of op stapel staande razzia's. Niet alle overlevende Georgiërs konden echter op een regelmatige bevoorrading rekenen. Meer dan eens moesten door honger en dorst gekwelde muiters het wagen zelf bij de burgerbevolking aan te kloppen. Soms was de vrees voor de Duitse vergelding zo groot, dat hulpzoekende muiters bij de Duitsers werden aangegeven. Maar veel eilandbewoners zetten hun leven op het spel en steunden de Georgiërs op de een of andere wijze. De hulpverlening van de Texelaars vond vaak onder dekking van het nachtelijk duister plaats. Zo was het mogelijk om, onopgemerkt door de Duitsers, muiters van proviand te voorzien of hen naar een veilig(er) onderduikadres over te brengen. De taalbarrière maakte de onderlinge communicatie er niet gemakkelijker op, waardoor eenvoudig misverstanden konden ontstaan. Deze omstandigheden maakten de prestaties van de Texelaars des te indrukwekkender. Ook kinderen namen – al dan niet met medeweten van hun ouders – een aandeel in de foeragering van de ondergedoken Georgiërs. Een van hen was de twaalfjarige Paul Kikkert. Omdat de scholen waren gesloten, bracht hij veel tijd door bij zijn tante en oma, die een huis bewoonden aan de Slufterweg (tegenover het huidige Café-Restaurant De Slufter). Samen met onder anderen zijn iets oudere neef Henk van Boven, trok Paul ter hoogte van de boerderij 'Dordrecht' regelmatig te paard de duinen in. Vanaf de Zanddijk daalden zij in de Sluftervlakte af en reden door de kreken zuidwestwaarts in de richting van het Slufterdijkje. Verborgen onder een paardendeken hingen zakken met voedsel dat door mensen uit de buurt voor de Georgiërs was verzameld. Als de paarden net over het Slufterdijkje waren, sneden Paul en Henk een touwtje door en vielen de zakken met onder meer brood, boter, kaas en spek op de grond. Op hun hoede voor Duitse patrouilles keerden de jonge ruiters vervolgens snel huiswaarts. Het voedsel was bestemd voor een groep muiters die zich in het zuidelijke gedeelte van de Sluftervlakte en in het noordelijke deel van De Muy schuilhield, onder meer in een afgelegen en dichtbegroeid espenbosje dat nadien bekend werd als het 'Russenbossie'. Als de kust veilig was, kwamen de Georgiërs door een mijnenveld dat zij op hun duimpje kenden naar de afleverplek achter de dijk, waar zij de achtergelaten buit oppikten. Zo overleefden deze ondergedoken muiters wekenlang totdat zij zich na de Duitse capitulatie meer vrijelijk over Texel konden bewegen.

Donderdag, 28 april wordt in De Burght kerk in Den Burg de militair-historische gids "De Georgische muiterij op Texel, april-mei 1945" gepresenteerd. De openbare bijeenkomst begint stipt om 15.00 uur. Na afloop is het fullcolour en rijk geïllustreerde boek te koop. De hardcover gids telt 256 pagina's kost €24,95.