Ontruiming erf stuit op Noordse woelmuis

''Ik hoef geen subsidie en dat de bussen van het terrein gaan is geen probleem. Maar verder wil ik gewoon met rust worden gelaten.'' Emotionele woorden van Cor Zijm uit Den Hoorn. Hij is niet te spreken over de manier waarop de gemeente hem dwingt zijn erf aan de Kooiweg te ontruimen.

Het is een bonte verzameling aan voorwerpen, gebouwen en objecten die Zijm in de loop der jaren op zijn terrein bijeen heeft gebracht. Van fietsen tot oude autobussen. Het werd er niet beter op toen het met de gemeente niet lukte tot overeenstemming te komen over de bouw van een schuur. Tijd om er alsnog mee aan de slag te gaan ontbreekt, omdat hij momenteel zorg verleent aan zijn 94-jarige moeder. Zijn terrein ligt grotendeels verscholen achter bossaches, maar toch kreeg het college er lucht van. In juli 2013 kreeg hij controle van de gemeente, in het opnamerapport wordt onder meer gesproken over een bouwvallig opstal en een rommelerf. In 2015 volgde een nieuwe controle, waarna Zijm begin februari bericht ontving dat als hij zijn terrein drie maanden later niet heeft ontruimd, de gemeente drie pittige dwangsommen verbeurt. Met hulp van onder meer buren Marco en Cora Bakker en hun kinderen heeft hij een begin gemaakt met de ontruiming en voor de bussen is inmiddels een andere eigenaar gevonden. Maar binnen de termijn die de gemeente stelt gaat het zeker niet lukken. Zijm tekende bezwaar aan tegen het opleggen van de drietal lasten tot dwangsom. Zijn raadsman Hans Duin betoogde ten overstaan van de Commissie Bezwaarschriften dat het collegebesluit onzorgvuldig was en ongemotiveerd. Hij doelde met name op de onduidelijkheid over de te verwijderen opstallen en/of keten. En dan is er nog de aanwezigheid van woelmuizen op het terrein. Onderzoek moet volgens Duin uitwijzen of dit Noordse woelmuizen zijn. Die zijn namelijk beschermd. Ontruiming van het terrein geeft verstoring en daarvoor is volgens Duin een ontheffing nodig van de Flora- en Faunawet. Daarom moet volgens hem eerst een ecologisch onderzoek plaatsvinden. Het onderzoek en de vergunning duren circa twaalf tot vijftien maanden. Het college houdt vast aan de plicht tot ontruiming van het terrein, maar is wel genegen om de termijn op te rekken. Mits dit uitzicht geeft op ontruiming van het perceel. Daar wil Zijm wel aan meewerken, al zou dit niet moeten betekenen dat hij het landje tot de laatste steen schoon moet opleveren. Aan de andere kant voelt hij zich ook slachtoffer. ''De gemeente gebruikt mij om een voorbeeld te stellen.''