Dieuwertje Bakker (inzet) woonde op de hoek Gravenstraat en de Weststraat vlak bij de garage van de Kraftfahrbereitschaft (Molenstraat-Wesstraat).
Dieuwertje Bakker (inzet) woonde op de hoek Gravenstraat en de Weststraat vlak bij de garage van de Kraftfahrbereitschaft (Molenstraat-Wesstraat). Foto: Gerard Timmerman

Schooljuf in dodelijk kruisvuur

Met de bevrijding in zicht betaalden honderd Texelse burgers de hoogste prijs. In hun boek De Georgische muiterij op Texel, april-mei 1945 geven de militair-historici Serge Blom en Rolf de Winter een aantal van deze slachtoffers een gezicht.

Een van de slachtoffers was Dieuwertje Bakker, onderwijzeres op de Jozefschool. Tijdens het onderzoek vonden Blom en De Winter bij de Historische Vereniging Texel een bidprentje van Dieuwertje. Zij blijkt een van de eerste vrouwelijke slachtoffers van de muiterij te zijn geweest. Na het uitbreken van de muiterij bleef de toestand in het centrum van Den Burg gedurende de hele ochtend onoverzichtelijk. De Georgiërs hadden delen van het dorp stevig in handen, de Duitsers hielden aan de westkant van Den Burg op sommige locaties stand. In de Molenstraat hadden de Duitse chauffeurs van de daar gevestigde motortransportdienst van de Kriegsmarine, de Kraftfahrbereitschaft, zich niet door de muiters laten verrassen. Waarschijnlijk bijtijds gewaarschuwd over het afschuwelijke lot van hun omgebrachte kameraden en hopend op de snelle komst van versterkingen, besloten de chauffeurs zich tot het uiterste te verweren. Verschanst in hun onderkomen op de hoek Molenstraat-Weststraat, waarin voor de oorlog de meubelhandel van Vlessing was gevestigd, konden zij de naderende muiters onder vuur nemen. De gevechten rond de Kraftfahrbereitschaft lieten de omwonenden evenmin onberoerd. Vele Texelaars durfden de straat niet op en schuilden in hun woningen. Anderen zochten bij familie of kennissen een veilig heenkomen en maakten zich uit de voeten als het krijgsgeweld dichterbij kwam. Dat was niet zonder gevaar. Burgers konden onverhoeds in een kruisvuur belanden. Dat ondervond ook de familie Bakker, die een huis bewoonde op de hoek van de Gravenstraat en de Weststraat vlakbij de garage van de Kraftfahrbereitschaft. Dieuwertje Bakker was een 34-jarige ongehuwde onderwijzeres. Nadat zij als enig kind haar vader op jonge leeftijd had verloren, was zij bij haar moeder blijven wonen. Hun woning op nummer 29 had aan beide straatkanten flinke ramen en bevond zich zo dicht bij de Kraftfahrbereitschaft dat zij direct in het schootsveld lag van de elkaar bestrijdende Georgiërs en Duitsers.

Rond elf uur 's ochtends naderde een groep Georgiërs via de Gravenstraat de Duitse posities. Onmiddellijk sloeg een kogelregen hen tegemoet. Haastig zochten enkele muiters dekking in het portiek van Gravenstraat 11 ('t Hoekie). Toen zij het Duitse vuur beantwoordden, sloeg in huize Bakker het noodlot toe. Dieuwertje bevond zich achter een van de vensters toen haar woning onder vuur werd genomen en zij dodelijk werd getroffen. Vermoedelijk hebben de Georgische strijders haar voor een combattant aangezien.

Nadat de Duitsers Den Burg in de loop van 6 april hadden heroverd, maakten de Texelaars de volgende dagen de droeve balans op. Zij brachten hun overleden dierbaren naar de Doopsgezinde kerk aan het Vermaningsglop. Daar stonden op 10 april 38 doodskisten op schragen voor de preekstoel opgesteld. 's Middags trok een lange stoet naar de Doopsgezinde kerk, waar een urenlang zwijgend afscheidsdefilé langs de kisten volgde. Op 11 april vonden gezamenlijke uitvaartplechtigheden plaats. Uit de Doopsgezinde kerk werden 's morgens de stoffelijke overschotten van elf rooms-katholieke Texelaars – onder wie Dieuwertje Bakker – overgebracht naar de Johannes de Doper-kerk in de Molenstraat. In de kerk stonden de doden voor het altaar opgebaard, terwijl achter in de kerk bewapende, zwijgende Duitse militairen aanwezig waren. Op de begraafplaats sprak de pastoor woorden van troost, ook NSB-burgemeester Rijk de Vries hield een korte toespraak. Namens het gemeentebestuur en de Duitse commandant Oberst Neumann werden kransen gelegd. De dood van Juf Dieuwertje liet op de Jozefschool een verdrietige leegte achter. Bij de ingang hing ter nagedachtenis haar portret en een gedenksteen met een in memoriam jarenlang op een prominente plaats.

Donderdag 28 april wordt in De Burght de militair-historische gids "De Georgische muiterij op Texel, april-mei 1945" gepresenteerd. De openbare bijeenkomst begint om 15.00 uur.