Achter de schermen

Frans

Als ik aan Frans terugdenk, dan komen er allerlei leuke herinneringen naar boven. Zelfs toen we zaten te zwoegen in dat kleine, hokkerige redactiekantoor op die zolder aan de Warmoesstraat. Nachten werkten we door, zaten op elkaars lip, de wandjes tussen ons zó dun dat ik Frans op zijn toetsenbord kon horen rammelen. En soms in onbedaarlijk lachen hoorde uitbarsten, kennelijk tijdens het beschrijven van een of andere grappige anekdote. Het was buffelen daar, maar we hébben er wat afgelachen. Om die fantastische vertelsels van Harry en belevenissen van Frans tijdens zijn verre reizen.

Op die redactie was Frans wel het trekpaard. Hij gaf het voorbeeld, kon streng zijn, maar motiveerde en inspireerde ons ook. Daar moest je trouwens 's morgens vroeg niet al teveel van verwachten, 's avonds en 's nachts leek hij op zijn best. En dan gebeurde het na zo'n avondje zwoegen wel dat Frans voorstelde: ''Nog even naar de Balcken, jongens?'' Dat ''even'' moest je met een korreltje zout nemen. Frans hield van gezelligheid en eenmaal op zijn praatstoel had je hem er niet zomaar vanaf. Het was ook functioneel, want altijd hield hij aan zulke avonden wel een nieuwtje over. Want hij wist als geen ander: de leukste nieuwtjes pik je op in het café, op de markt en langs de weg. Op personeelsavonden en -uitjes was hij een gangmaker.

Het was bij de krant natuurlijk niet alleen maar gezelligheid en jolijt, Frans had de lat heel hoog gelegd, voor ons, maar zéker voor zichzelf. Met veel informatieve, mooie en dikke kranten als resultaat. Die drang naar perfectionisme brak hem ook wel eens op. Ach ja, ook de hoofdredacteur van de Texelse Courant is maar een mens. Schrijven kon hij als de beste. Laatst nog, toen hij dat prachtige, waargebeurde verhaal over zijn opa voordroeg, toen die tijdens de Russenoorlog met zijn zoon, de vader van Frans, door Duitsers met het geweer in zijn rug door het dorp werd gedreven.

Frans introduceerde het wielrennen op de redactie. Hij kreeg mij en Joop zover dat we als trio meededen aan de tijdrit. Frans leerde ons de fijne kneepjes. Klein verzet, hoog toerental, rijden op souplesse. Desondanks kwamen we uitgeput en ergens achter in het veld over de eindstreep, waar Frans ons met zijn bekende glimlach stond op te wachten. ''Goed gedaan jongens.'' Of die keer dat Frans bij me achter op de motor stapte en we samen de proloog van de Tour de Lasalle volgden. Als twee gehelmde Kuifjes ronkend langs het peloton. Man, wat hadden we een mooie avond! En zo kan ik nog wel even doorgaan. Allemaal mooie herinneringen aan een fantastisch mens. Het wil er bij mij nog niet in dat dit soort momenten met Frans voltooid verleden tijd zijn. Te accepteren dat hij er niet meer is. Eén troost, ik kan teren op veel mooie herinneringen. Hoe langer ik er aan denk, hoe meer er naar boven borrelen. Ik wens iedereen veel mooie herinneringen aan Frans.

Gerard Timmerman