Herdenkingen van 6 april en
4 mei worden samengevoegd
De herdenking van de tien Texelaars die op 6 april 1945 werd geëxecuteerd toen de Russenoorlog uitbrak wordt vanaf dit jaar gecombineerd met de algemene herdenking op 4 mei.
Dat heeft het 4/5 Mei Comité Texel in een brief aan de nabestaanden van de tien Texelaars laten weten. De herdenking van de tien vond de afgelopen jaren plaats bij het Russisch-orthodox kruis net buiten het terrein van de de Joost Dourleinkazerne. Vorig jaar werd al duidelijk dat het Korps Mariniers ging stoppen met de herdenking die sinds 2004 jaarlijks bij het monument werd gehouden. Aanleiding was het gegeven dat de op de Mok gelegerde Surface Assault & Training Group op termijn naar Den Helder verhuist. De Joost Dourleinkazerne krijgt daarna meer de rol van oefenkamp waar eenheden zo nu en dan komen oefenen. Het 4/5 Mei Comité wilde de herdenking van alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog graag op één plaats hebben, waarna besloten werd om de herdenking van 6 april vanaf dit jaar toe te voegen aan de algemene Dodenherdenking op 4 mei. Voorzitter Bram Guiljam van het 4/5 Mei Comité schrijft in de brief dat daar tijdens de nazit van de laatste herdenking op 6 april met betrokkenen over gesproken is en dat de indruk ontstond dat zij zich in de veranderingen konden vinden. Om een verbinding te maken tussen 6 april en 4 mei heeft het 4/5 Mei Comité Anneke Pen gevraagd om op woensdag 4 mei gastspreker te zijn tijdens de herdenking in de Burghtkerk in Den Burg. Zij is één van de nabestaanden van de tien op 6 april 1945 gefusilleerde Texelaars. Na de lezing in de kerk legt zij samen met burgemeester Michiel Uitdehaag een krans bij De Goede Herder op de algemene begraafplaats in Den Burg. Het monument bij de Mok blijft beschikbaar zodat de nabestaanden ook daar in stilte kunnen herdenken. De tien Texelaars waren Johan Duinker, Pieter Keijzer, Willem Keijzer, Gerrit Broekman, Joseph Oremus, Andries Pen, Herman Pen, Peter Ruimers, Cornelis Witte en Jan Witte. De Duitse bezetter schoot hen dood op de Mok als vergelding voor de opstand die onder de Georgische soldaten was uitgebroken.