Touwtrekken om vijftig bedden
Plannen van Waddenduyn BV van Robbert de Jong voor de bouw van een nieuw groepsverblijf met vijftig slaapplaatsen aan de Waalderweg bij Den Burg zijn op bezwaar gestuit van buurman Reijer Keijser van de Ruiterplaats.
Keijser wil een bestaand gebouw, een eindje verderop, naast zijn stolp, verbouwen tot recreatieverblijf. Hij claimt daarvoor diezelfde vijftig slaapplaatsen. Die hoorden in het oude bestemmingsplan weliswaar bij het oude gebouw, maar zijn in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied verplaatst naar het nieuwe (verschoven) bouwvlak, op het aangrenzende perceel. Keijser heeft dat stuk grond verkocht aan Waddenduyn. Op die grond rust volgens het college de bouwmogelijkheid met de vijftig slaapplaatsen, de gemeente heeft hiervoor onlangs een omgevingsvergunning afgegeven voor de bouw van een groepsverblijf door Waddenduyn. Daarentegen weigerde het college Keijser vergunning te geven voor de verbouw van het oude gebouw, tot een geschikt en brandveilig recreatieverblijf. De gemeente geeft aan dat het oude gebouw de hele periode dat het vorige bestemmingplan geldig was, niet meer als groepsverblijf in gebruik is geweest en dat slechts een in bouwvallige staat verkerend gebouw resteert. Het staat buiten het nieuwe bouwvlak (valt nu in het overgangrecht), dus ook de 50 slaapplaatsen vallen er volgens b en w buiten. Keijser tekende bezwaar aan en de Raad van State (RvS) die oordeelde dat het oude gebouw legaal is en binnen de bestemming valt. Op dit onderdeel is het bestemmingsplan vernietigd en moet worden gerepareerd. Maar de RvS spreekt zich niet uit over de slaapplaatsen, dus die zijn volgens b en w op grond van de huidige stand van zaken niet toegekend aan het oude gebouw. De gemeente acht het onwaarschijnlijk dat dit bij de reparatie van het bestemmingsplan alsnog zal gebeuren. Dat maakt volgens b en w dat het groepsverblijf dat Keijser wil bouwen strijdig is met het huidige bestemmingsplan. Keijser laat het er niet bij zitten en maakt bezwaar tegen de omgevingsvergunning voor het groepsverblijf van Waddenduyn. Hij redeneert dat zolang zijn aanvraag nog niet onherroepelijk geweigerd is, de vergunning van Waddenduyn strijdig is met het bestemmingsplan. De bezwaarschriftencommissie buigt zich momenteel over dit vraagstuk. Over dezelfde kwestie heeft Keijser bij de rechter een voorlopige voorziening aangevraagd, maar die is afgewezen.
Vraag is nog: hoe kan het dat er nog 50 slaapplaatsen rusten op dit perceel, terwijl Keijser eerder 45 bedden mocht uitplaatsen, om daarmee vakantiehuizen te bouwen? De verklaring is gelegen in het feit dat Keijser destijds (volgens de gemeente) 100 bedden had, waarvan 5 in de stolp. Zelf houdt hij het overigens op 120.