Nic Dros in 2012, bij een oud familieportret.
Nic Dros in 2012, bij een oud familieportret. Foto: Gerard Timmerman

Nic Dros, kleurrijk, vrijgevochten en niet bang: ''Beter een pond handel dan een kilo werk''

Loonwerker, boer, handelaar, vrijgevochten en niet bang voor autoriteiten. Nic Dros van Harkebuurt ten voeten uit. ''Ik heb een prachtig leven, daarom wil ik ook nog niet dood'', zei hij in 2012 in een interview. Maar het onvermijdelijke kwam toch. Hij is 91 jaar geworden.

Dros werd vernoemd naar zijn opa, een hengstenhouder met een stoeterij. Zijn andere grootvader was Sijbrand C. Eelman, die ze de Spijkerkoning noemden. Zijn vader was boer, die overal kansen zag. Zo verhuisde het gezin dertien keer en bezocht Dros zeven scholen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Dros, toen 18, door de bezetters te werk gesteld in Duitsland. Met andere Texelaars belandde hij in een conservenfabriek voor groenten in Brunswijk. Hij zat er onder andere met Russen en Polen. ''We kregen verdomd weinig te eten. Elke avond een kom soep en vier boterhammen voor de volgende dag. Maar hongerig als we waren, aten we die 's avonds al op.'' Zijn moeder bakte brood en stuurde dat op. Het arriveerde soms een week later. ''Dan stond de schimmel er op, maar ik at het toch op. Ik ben er nooit minder van geworden.'' Er werd gebombardeerd, hij maakte de verschrikkingen van de oorlog aan den lijve mee. Later werkte hij op een granatenfabriek (waar hij allergisch bleek voor snijolie) en bij een boer. Na de oorlog keerde hij terug, begon op Harkebuurt voor zichzelf en begon met loonwerken. Eerst met het paard en later met de trekker. Het machinepark groeide, net als het werk. Dros hielp onder meer bij aanleg van de strekdammen, zat in het transport en deed in- en verkoop. ''Beter een pond handel dan een kilo werk.'' Desondanks werkte hij keihard. Memorabel is het verhaal dat Dros tijdens een reis eens een oldtimer kocht en deze op de terugweg al met winst verkocht. Hij stichtte een groot gezin, met zes jongens. Autoriteiten hadden soms wat te stellen met deze vrijbuiter. ''Met de gemeente ben ik wel tien keer voor de rechter geweest.'' Toen een vergunning eens niet rond kwam, en er toch moet worden gebouwd, pareerde hij ambtelijke dreigementen. ''Denk er om dat er op elke hoek een strontwagen staat. Jullie gaan allemaal met de hoed op naar huis.'' Spraakmakend was de verhuizing van de bungalow van Tubantia naar Harkebuurt. Onderweg werden diverse verkeersborden opgespit en weer teruggezet. Hij heeft er decennia gewoond. Dros kon moeilijk wat weggooien. Zo bewaarde hij ook de grafsteen van zijn opa, naar wie hij is vernoemd. ''Die kan mooi op mijn graf, alleen even de jaartallen veranderen.''