Beeld van het vlastrekken. Op de zwartwit foto de gebroeders Hans en Henri van Maldegem. Rechts bloembollenteelt,  pakweg een eeuw geleden.
Beeld van het vlastrekken. Op de zwartwit foto de gebroeders Hans en Henri van Maldegem. Rechts bloembollenteelt, pakweg een eeuw geleden. Foto: Gerard Timmerman

Vlas, meekrap, bollen, Keimpe en wolstreet

De vrijwilligers hebben niet stilgezeten. Integendeel. Zo is de Technische Dienst (TD) druk in de weer geweest met de bouw van de tentoonstelling over meekrap, dat ooit in Eierland werd geteeld. ''Zeeuwse boeren namen het mee naar Texel'', vertelt Vermeulen. ''Na de drooglegging was het nog zout in de polder, maar meekrap wilde er goed groeien.'' Van de wortels werd kleurstof gemaakt. Dit gebeurde na de oogst in een zogeheten meestoof. Dit bouwsel bestond uit een droogtoren. Na het drogen dorsten arbeiders de wortels in dorsvleugels tot kleine stukjes (racine). In het stamphuis, aangedreven door een rosmolen voor paarden, werd de racine tot meekrappoeder gestampt. Op Texel hebben twee van die meestoven gestaan. De TD bouwde een schaalmodel, onderdeel van de expositie. Een arbeidsintensieve teelt, die wel goed rendeerde. Een akkerbouwer die destijds vier procent van zijn land met meerkrap beteelde, haalde daarvan de helft van zijn omzet. In 1885 zakte de markt in elkaar, toen er synthetische kleurstof kwam. Het was de tijd dat veel boeren hier niet meer aan de kost kwamen. Honderden Texelaars emigreerden toen. Een andere gewas dat vroeger werd geteeld is vlas. Hoe de oogst (''vlastrekken'') in zijn werk ging, is te zien op een wandfoto, met daarop de gebroeders Hans en Henri van Maldegem aan het werk in het vlas. Een soortgelijke machine staat op de expositie. Bijzonder ook de tentoonstelling over de bloembollen, met daarop een ingekleurde foto van de bloembollenteelt van pakweg een eeuw geleden. Nadat notaris Dikkers in 1888 de eerste bloembollen op Texel planten maakten narcissen en andere bollen een opmars op Texel. Ruime aandacht ook voor het Texelse schaap, de ontwikkeling van pielsteert tot het huidige schaap, en over het verwerken en bewerken van wol, wordt uitgebreid in beeld gebracht in ''Wolstreet''. Onderdeel van de landbouwhistorie is ook de meldveehouderij. Texel had lange tijd een eigen KI-station en scoorde hoog in de fokkerij. Sperma van stieren als Keimpe 33 en Tonia's Adema 17 ging de hele wereld over. Er hangen foto's van de stieren en er zijn trofeeën te bezichtigen. Elders in het museum aandacht voor de verwerking van melk, onder meer tot kaas. Het werk van de boerin in die tijd, zoals het museum ook aandacht besteedt aan de rol van vrouwen op het boerenbedrijf. Achter de bescheiden gevel aan het Hogereind is veel te zien, aanzienlijk meer dan menig passant zou vermoeden. Ook aandacht voor het geloof. Te zien onder meer schilderij ''De Aanbidding de Koningen''. Aan de hand van het gebruikte pigment concludeerde de restauratrice dat dit schilderij tussen 1560 en 1580 is gemaakt, waarmee dit het oudste roerende cultuurhistorische erfgoed is op Texel. Te zien nu ook een film over de restauratie.

Smeden Henk Boon en Walter Grabowski hebben het vuur opgestookt, bezoekers zien hoe Boon met een grote hamer uit ijzer de vorm van een hart smeedt. Twee van de circa 45 vrijwilligers. Zo zijn er ook demonstraties hout draaien, spinnen en kaarden van wol en dagelijks rondleidingen. Open van 10.00 tot 17.00 uur, zondag van 13.30 tot 17.00 uur, maandag is het museum gesloten.