Dringen geblazen bij de start van Super Sunday bij Stayokay.
Dringen geblazen bij de start van Super Sunday bij Stayokay. Foto: Rien de Wilde

Code Oranje op Super Sunday: niet zeuren, doormodderen

''Kijk je uit, daar staat de man met de hamer!'' Nico Kikkert wijst op het gevaarte verderop in het land, een grote pop met de hamer dreigend omhoog. Ik ben aan de Hoofdweg in Eierland, aan het begin van een langgerekt modderpad, het zoveelste. Fietsen over deze blubberstrook is uitgesloten, te voet glibberen langs de slootkant is de enige optie.

Het is Super Sunday. Op die tweede zondag in februari zit je de hele dag op de mountainbike en hoop je dat de weergoden barmhartig zijn. Niet dus, regen, wind en kou van begin tot eind. Ook záten we niet de hele dag op de fiets, maar liepen er regelmatig naast. Voor zover je glijden door de prut lopen kan noemen. Je moet er maar lol in hebben. ''Dit doe ik nooit meer!'', uit iemand zijn frustratie over het parcours. Ach, Super Sunday doe je vrijwillig en de organisatie had vooraf code Oranje afgegeven. Je was gewaarschuwd, niet zeuren, gewoon doormodderen.

Een opgewonden sfeer tegen achten 's morgens bij Stayokay, waar tussen de zes- en zevenhonderd mountainbikers zich warm staan te trappelen om op weg te gaan. Langs de boerenkool en rabarber in het volkstuinencomplex van De Mars het eerste zompige weiland in, via hekjes, dammen en bruggetjes richting Hogeberg. Dan de PH-polder in, over het land van Spoelstra langs de dijk richting Den Hoorn. In het Hoornder Nieuwland spuit de bagger onder de banden vandaan. Voorzichtig manoeuvrerend banen we ons een weg langs spekgladde slootkantjes, verderop zie ik fietsmaat Cor Bremer onderuit gaan, languit tegen de vlakte. Even later is het mijn beurt. Valpartij één, er zouden er nog drie volgen, bij Cor nog vier. Baas boven baas. Gelukkig kunnen we de rit steeds ongeschonden vervolgen. Dan de duinen. Bovenop bij de bunker de eerste controleurs, in de persoon van Piet Kooiman en Wilfred Vendel, in Duits uniform, geleend van Gerrit Gerrits. Piet scant mijn fiets met een kruimeldief. Betrapt: ''Sie haben ein Motor in dein Fahrrad.'' Met een rotgang het duin af en langs de achtertuinen van de bungalows aan de Naalrand eindigen we in de bollenschuur van Arie Lap voor de eerste verversing. Daarna begint het echte werk. ''Niet langs het slootkantje, er is net nog iemand in het water geduikeld'', waarschuwt een verkeersregelaar als we een akker van Jan Veeger op rijden. Een enkeling probeert dapper door te trappen, de meesten stappen af. Een onafzienbare rij glibbert langs het slootkantje, pedaalridders te voet, zwoegend door de modder alsof het de mislukte veldtocht naar Rusland betreft.

Draaiende delen gaan bedekt onder een laag prut, het kraakt, piept en weigert dienst. Rijders buigen zich over hun omgekeerde fiets, wanhopig proberend de boel weer draaiende te krijgen. We rijden kris kras door Lapland en via Witteweg bij paal 9 het strand op. Tegen wind richting 12, uit het zadel, klauteren het duin op. Er zouden heel wat klimmetjes volgen. De beschutting van de Dennen voelt behaaglijk, koffie, ontbijtkoek en andere spijzen die de vele vrijwilligers hebben bereid gaan er in als Gods woord in een ouderling. We zijn ongeveer halverwege, op het punt waar de tijdlimiet menigeen op de hielen zit. Dan tegen wind in buffelen in noordelijke richting. Op camping Kogerstrand passeren we bij de Winteranimal groepjes verkleumde boogschutters. De pijlen gericht op herten, konijnen en andere dieren (van kunststof), we hoeven niet te bukken. In Eierland nemen we afscheid van Rinus Wesselman, niet omdat hij geen puf meer heeft, hij moet op tijd in De Hof zijn om zijn eerste biljartfinale te spelen. ''Zet hem op!'' Na de nodige omwegen stallen we onze besmeurde rijwielen bij Princenhage aan de Slufterweg, voor het derde bakkie. Menigeen gebruikt het verstand en houdt het hier voor gezien, wij stappen weer op. Als je een verslag schrijft moet je hem wel uitrijden. Maar zelden heb ik zóveel blubber onder de wielen gehad. Verregende kopakkers zijn veranderd in zompige paden, een enkele boer heeft met de frees zelfs een handje geholpen. De man met de hamer doet zijn naam eer aan. Met als sluitstuk modderpad De Hel van Waalenburg en nog wat kleffe paadjes richting Nieuwlanderweg. Daar knipt Marjan Hoogerheide het laatste gaatje en spreekt de verlossende woorden: ''Nu alleen nog maar verharde weg.'' Op naar Stayokay, waar de ontberingen vervagen onder genot van bier, boerenkool en de verhalen met het glas sterker worden.

Gerard Timmerman

Een hek als eerste hindernis bij het verlaten van De Mars.
Controle op mechanische doping bij de bunker op Loodsmansduin.
Ook de jeugd trotseerde de blubber.
Ploeteren door de prut tijdens Super Sunday.
Verbeten trekken op de gezichten van de rijders.
Jonge deelnemers aan SuperSunday klaar voor de start.
De dames waren goed vertegenwoordigd op Super Sunday.
Op het vierde blok ontmoette men de man met de hamer
Door de modder liepen draaiende delen vast.
Grote drukte in de verversingspost in de schuur van Arie Lap.
Nico Kikkert en Bart Witte houden de hand aan de tijdlimiet.