Eilanddichter Mare van der Mast, aan het werk in haar schrijvershuisje bij ''Uit en Thuis''.
Eilanddichter Mare van der Mast, aan het werk in haar schrijvershuisje bij ''Uit en Thuis''.

Mijmeren in hoekjes

''Ik moet er nog een beetje aan wennen, maar mag mijzelf vanaf nu `Eilanddichter` noemen.'' Zo introduceerde Mare van der Mast, pseudoniem voor Mare Hilstra, zichzelf donderdagavond op de Dag van de Poëzie bij haar installatie als Eilanddichter.

Mare is opgegroeid op ''Uit en thuis'' aan de Ruijslaan, 26 jaar oud, ze woont in Amsterdam en dicht op Texel. In het schrijvershuisje bij haar ouderlijk huis, zoals hierboven afgebeeld. ''Zoals veel mensen weten heet ik Mare Hilstra. `Van der Mast` was de achternaam van mijn oma die helaas is overleden. Zij hield veel van poëzie en kon erg mooi gedichten voordragen. Ze had het fantastisch gevonden hier aanwezig te zijn.''

Toen de commissie haar als Eilanddichter koos, was ze blij verrast. ''Sindsdien heb ik veel nagedacht over de functie als Eilanddichter. Tijdens dat nadenken en schrijven dronk ik een keertje kruidenthee. Op het theezakje stond: `The words you speak become the house you live in.` Sindsdien denk ik na over wat voor huis ik bouw als ik praat of schrijf. Op 7 januari schreef ik hierover in mijn dagboek. Ik was op weg naar Texel voor een eerste afspraak met de commissie: 'Ik wil wonen met een liefde voor het volledige leven. Ook het trage en minuscule leven, ja juist het minuscule tot aan het onzichtbare leven. Niet alleen de snelle, grote en zakelijke dingen staan in mijn huis, maar juist ook het twijfelachtige en rafelige. Waar is de taal van de storm en de stilte? Waar zijn de woorden van twijfel en van schemering, van het net niet gezegde, hetgeen je was vergeten maar zo hardnekkig zocht. Waar staat de zin over de poottafdruk van een strandloper? Niet in een nieuwsbericht. Niet in een dagelijks gesprek. Ik vind ze terug in poëzie. De dichter Slauerhoff schreef dat hij alleen in zijn gedichten kon wonen. Ik wil in elk geval niet in een huis zonder wonen. Maar hoe bouw je zo`n huis? Ted van Lieshout, dichter en schrijver van kinderboeken, zegt `In een goed gedicht wordt het bijzondere op een gewone manier gezegd of het gewone op een bijzondere manier.` (…) Een andere docent op mijn school en dichter Jos Versteegen antwoordde op die vraag: 'In een boekje met een hoekje, dat zijn we niet meer zo gewend.'

Zelf houd ik veel van die hoekjes waarin je weg kunt mijmeren met een gedicht, een uitzicht, een idee of een gevoel. Met andere woorden, waarin je weer onbevangen kunt zijn. Daarom bedacht ik `Het huisje van bezinning`, het hutje in het bos in de Dennen waar je stil kon staan en eventueel wat kon schrijven of lezen. Ik heb gemerkt in de vele teksten die men daar schreef dat we allemaal de geruststelling van zo`n hutje herkennen. Ik vermoed omdat we er allemaal in negen maanden een piepklein mensje in zijn geworden. Iemand noemde dit huisje van bezinning heel toepasselijk `de baarmoeder van het bos`. Wat een rijkdom hier op het eiland. Hier zijn veel hoekjes, leegtes, luwtes, heuvels en hellingen. Er is veel ruimte om stil te staan. Ik denk daarom dat hier meer mogelijkheid is om poëzie te kunnen lezen en schrijven. Daarom heb ik veel zin in mijn missie als Eilanddichter om zowel de hoekjes als de boekjes levend te houden. Want ik geloof in een huis waarin beide een plek mogen hebben.''