Wat ik zeggen wou

Aanlandingsplicht (3)

De EU verordening nr. 1380/2013 heeft tot doel de teruggooi in alle visserijen van de Europese Unie geleidelijk uit te bannen door de invoering van een cit. "aanlandingsverplichting voor vangsten van soorten, waarvoor vangstbeperkingen gelden". Dit dus in tegenstelling tot de ingezonden brief van de oud NIOZ medewerkers in de TC van vrijdag 8 januari , waarin gesproken wordt over (het verplicht aanlanden van) "niet verhandelbare vis, zeesterren, zeeklitten, krabben, kreeften, schelpen en wat niet al". De EU maatregel betreft dus alleen de meegevangen ondermaatse exemplaren van een aantal commerciƫle soorten en welke dat zijn hangt af van het type visserij.

Of deze maatregel uit een "absurde Europese bureaucratie" geboren werd, zoals de genoemde briefschrijvers suggereren, of dat het een gezamenlijke aanbeveling aan de Commissie is geweest van Belgiƫ, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, zoals de EU in haar stukken schrijft, zal te zijner tijd uit historisch bronnenonderzoek kunnen blijken. De beperkingen met betrekking tot het terug in zee gooien van bijvangst zijn bedoeld om de visserijsector tot selectievere vistuigen en verdere innovaties te verleiden. De maatregelen zijn ook al lang geleden aangekondigd en kunnen voor betrokken vissers en visserijorganisaties daarom nauwelijks als een verrassing zijn gekomen. Noorwegen voerde overigens al in 1987 een verbod op het overboord gooien van discards in.

Dankzij het doorvoeren van visserij-regulerende maatregelen zijn nu bijna alle beviste bestanden in de Noordzee weer boven de biologische bestandsminima uit gekomen, als gevolg waarvan ook in de toekomst een gezonde duurzame want visserij mogelijk zou kunnen zijn. Het NIOZ is overigens niet direct betrokken bij visserij-regulerende maatregelen, maar voert zuiver wetenschappelijk onderzoek uit waar visserijbiologen soms gebruik van maken.

Dr Kees Camphuysen, senior onderzoeker NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, afdeling Mariene Ecologie